Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Examencommissie en Toetscommissie

Laatst gewijzigd op 9 oktober 2024
De examencommissie heeft de rol van intern toezichthouder. Deze positionering is van belang om haar richtinggevende en controlerende taak ten aanzien van het kwaliteitssysteem rondom toetsing en examinering op onafhankelijke wijze te kunnen uitvoeren.

Volgens de wet is zij namelijk verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens en dient zij op onafhankelijke en deskundige wijze vast te stellen of een student voldoet aan voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ter verkrijging van de graad. Hiermee speelt de examencommissie een cruciale rol in de bewaking van de kwaliteit van de diplomaverlening. Immers studenten, onderzoekers, stakeholders en toezichthouders moeten erop kunnen vertrouwen dat de VU haar diploma’s op zorgvuldige wijze verleent. 

Met de inwerkingtreding van de Wet versterking besturing zijn ‘onafhankelijkheid en deskundigheid’ gedefinieerd als de belangrijkste eigenschappen waar een examencommissie over dient te beschikken. Deze onafhankelijkheid en deskundigheid hebben betrekking op zowel de plaats van de examencommissie in de organisatie, de benoeming en samenstelling van de leden van de examencommissie als op de taken en bevoegdheden van de examencommissie. 

Alles over de Examencommissie en Toetscommissie.

  • Plaats binnen de organisatie

    • De opleidingsdirecteur is verantwoordelijk voor de vormgeving en uitvoering van de opleiding, zoals deze in de OER wordt beschreven, en zorgt dat het onderwijs en de opleiding aan de kwaliteitsstandaard voldoet. 
    • De opleidingscommissie adviseert de opleidingsdirecteur en het faculteitsbestuur over de(wijze van uitvoering van de ) OER. 
    • De examencommissie toetst de resultaten van het onderwijs per individuele student binnen de kaders van de OER van een opleiding. De examencommissie is immers “het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad”. 
  • Onafhankelijkheid

    De onafhankelijke positie van de examencommissie ten opzichte van het instellingsbestuur (in het geval van de VU dus het faculteitsbestuur) is bij de wijziging van de WHW (Versterking besturing) bevestigd en verstevigd. Over de onafhankelijkheid van de examencommissie ten opzichte van het instellingsbestuur wordt in de Memorie van Toelichting het volgende opgemerkt: 

    “De functionele onafhankelijkheid van de examencommissie ten opzichte van het college van bestuur betekent dat de examencommissie weliswaar wordt ingesteld door het college van bestuur, maar dat de instelling moet zorgen dat de examencommissies binnen de instelling onafhankelijk hun werk kunnen verrichten. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat het college van bestuur geen verplichtingen kan opleggen aan de examencommissie inzake de beoordeling van studenten. Het college blijft wel eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en graadverlening27; een examencommissie moet handelen binnen de grenzen van de onderwijs- en examenregeling. Hierdoor is tevens geborgd dat de wijze van examinering past in het kader van de opleiding.” 

    Essentieel is dat de examencommissie haar taken als ‘wakend oog’ (oftewel: intern toezichthouder) kan uitvoeren vanuit een onafhankelijke positie en - om die reden – geen taken of verantwoordelijkheden overneemt van de opleidingsdirecteur. 

    Met andere woorden: het faculteitsbestuur stelt de Onderwijs- en Examenregeling vast en is daarmee eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De examencommissie toetst of de student voldoet aan de eisen die in de ER worden gesteld en na deze toetsing verleent de instelling de graad Bachelor of Master. 

    Naast de onafhankelijkheid qua positie in de organisatie ten opzichte van degenen die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs (faculteitsbestuur, opleidingsdirecteur), moet de onafhankelijkheid van de examencommissie tevens tot uitdrukking komen in de samenstelling van de examencommissie. 

    1. In een examencommissie zal altijd minimaal één extern lid zitting moeten hebben 
    2. Managers met een financiële verantwoordelijkheid kunnen niet in de examencommissie worden opgenomen. 
  • Deskundigheid

    In de WHW is als expliciete taak van de examencommissie het ‘borgen van de kwaliteit van de tentamens en de examens’29 opgenomen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de leden van de examencommissie in ruime mate beschikken over inhoudelijke deskundigheid, toetsdeskundigheid en kennis van het wettelijk kader. 

    De verschillende deskundigheden (inhoudelijk, toetsing en wet- en regelgeving) moeten door de examencommissie als geheel gedekt worden. Bij de samenstelling van de examencommissie kan het faculteitsbestuur er dus voor kiezen om van elk individueel lid de deskundigheden op de verschillende terreinen te vereisen, maar er kan ook voor worden gekozen om een examencommissie te laten bestaan uit verschillende vakinhoudelijke deskundigen en een toetsdeskundige. Over (basale) kennis van het wettelijk kader zou ieder examencommissielid moeten beschikken. 

    Voor meer informatie over examencommissies aan de VU zie de handreiking voor examencommissies.

  • Voorbereiding

    De examencommissie operationaliseert haar (wettelijke) taken in een werkwijze, een jaarplanning en eventueel een taakverdeling. Deze werkwijze behelst bij voorkeur het volgende:

    Controle kwaliteit
    De examencommissie of toetscommissie controleert de kwaliteit van de toetsen achteraf en eventueel ook vooraf (voor afname van de toets). Bij de controle achteraf onderzoekt zij in de eerste plaats jaarlijks de kwaliteit van een vooraf vastgesteld aantal toetsen. Dit kan gedaan worden op grond van een willekeurige steekproef, men kan zich ook richten op een specifiek studiejaar. Het verdient daarnaast de aanbeveling om speciale aandacht te besteden aan toetsen waarin eindtermen van de opleiding getoetst worden (in ieder geval theses). In de tweede plaats onderzoekt zij de toetsen waarbij één of meerdere van onderstaande signalen ontvangen zijn die kunnen betekenen dat de kwaliteit van de toets niet adequaat is:

    • lage of hoge slagingspercentages (grenswaarden tevoren vaststellen);
    • lage scores (bijvoorbeeld <3,5) op enkele van de vragen over de toetsing in de onderwijsevaluatie, bijvoorbeeld:
      > Het tentamen bestreek voldoende de hele te bestuderen stof
      > Het tentamen was een goede graadmeter van wat ik in deze cursus heb geleerd
      > Totaaloordeel over de kwaliteit van het tentamen
    • aanwijzingen voor (grote) wijzigingen die na afname/inzage zijn gedaan (bijvoorbeeld aanpassing cesuurscore, verwijderen van vragen, meerdere antwoorden goed rekenen)
    • indien er een statistische analyse van het tentamen beschikbaar is (standaard meegeleverd door de tentamenservice bij multiple-choice tentamens): een lage betrouwbaarheid (KR-20 of Cronbach’s alpha) (bijvoorbeeld KR-20 < 0,65).

    Toetsingscommissie instellen
    De examencommissie hoeft de kwaliteitsborging niet geheel zelf te doen. Zij kan de uitvoerende taken  delegeren aan een toetscommissie, die deze zelfstandig, maar onder formele verantwoordelijkheid van de examencommissie uitvoert. Het is belangrijk dat duidelijk afgesproken en vastgelegd is wat de taakverdeling is tussen de toetscommissie en de examencommissie. De examencommissie moet zich er daarbij van vergewissen, dat de wijze waarop de toetscommissie haar taken uitvoert, voldoet aan de kwaliteitseisen zoals door de examencommissie vastgesteld. Daartoe moet de examencommissie zelf beschikken over toetsingsexpertise. Bovendien moet de examencommissie de toetscommissie kunnen aansturen, als de werkwijze van de toetscommissie naar het oordeel van de examencommissie niet voldoet aan de kwaliteitseisen. Bij de accreditatie zal de examencommissie zich moeten kunnen verantwoorden over het aspect ’toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’.

    De examencommissie stelt de Regels en Richtlijnen vast. Zij kan een toetscommissie instellen en stemt in dit geval met de toetscommissie af hoe men te werk zal gaan bij het controleren van de kwaliteit van de toetsen. Ook kan de examencommissie externe leden benoemen om haar eigen expertise op bepaalde vlakken te versterken.

    De examencommissie wijst jaarlijks examinatoren aan.

    Handige links

    Training

    De Vrije Universiteit biedt leden van examencommissies en toetscommissies een gevarieerd aanbod aan trainingen, cursussen en workshops. Het opleidingsaanbod wordt regelmatig geactualiseerd. Het huidige aanbod is te vinden op de pagina Opleiding en Ontwikkeling

    Specifiek aanbod op het gebied van toetsbekwaamheid is te vinden op de site van de onderwijsadviseurs en docentopleiders van het Centre for Teaching and Learning (CTL).

  • Uitvoering

    De examencommissie controleert de kwaliteit van de toetsing volgens haar eigen werkwijze, maar heeft een aantal taken die voortkomen uit haar verantwoordelijkheden. De taken van de examencommissie die hier genoemd staan zijn beperkt tot de taken die zich specifiek richten op de toetsing van onderdelen of van de opleiding als geheel. 

    De examencommissie: 

    • Benoemt jaarlijks examinatoren t.b.v. het afnemen van toetsen in specifieke studieonderdelen en het vaststellen van de uitslag daarvan. 
    • Stelt vast aan welke eisen een examinator moet voldoen om bepaalde examinator-taken te mogen vervullen. 
    • Adviseert de opleidingsdirecteur over de inhoud van het opleidingstoetsplan. 
    • Stelt de regels en richtlijnen op ten aanzien van de kwaliteit van de toetsing en examinering en monitort of deze richtlijnen worden opgevolgd. De examencommissie stelt dus eisen aan de kwaliteit. 
    • Houdt toezicht op de kwaliteit van toetsen en examens; borgt de kwaliteit van toetsen en examens, bijvoorbeeld via (steekproefsgewijze) evaluatie. In het bijzonder neemt zij regelmatig kennis van de kwaliteit van de beoordeling van eindwerken. 
    • Maakt een jaarverslag over het afgelopen academisch jaar. Dit verslag bevat volgens een beschikbaar gesteld format de borging van de kwaliteit van tentamens, eindwerkstukken en examens, de procedure voor aanwijzen examinatoren, de wijzigingen in regels en richtlijnen, beoordeling van tentamens en examens en een overzicht van de beroepen, klachten en verzoeken. 
    • Stelt richtlijnen en aanwijzingen vast t.a.v. het beoordelen en vaststellen van uitslagen van examens binnen het kader van de Onderwijs- en Examenregeling (OER). 
    • De bevoegdheid om vast te stellen dat een student de in de OER gestelde doelen heeft gehaald, ligt bij de examencommissie. Die oefent in feite het recht van de universiteit op de verlening van academische graden uit en het is dan ook van de grootste importantie dat haar werk van onbesproken kwaliteit is. In de wetswijziging van de WHW in 2010 is de positie en onafhankelijkheid van de examencommissie versterkt. 
    • In het geval van ‘joint degrees’ met andere universiteiten, staat de gezamenlijke examencommissie garant voor het behaalde eindniveau van de gediplomeerden. 

    Zie verder: Kwaliteitseisen VU-Toetskader

  • Evaluatie

    De examencommissie of de toetscommissie controleert volgens de door haarzelf vastgestelde werkwijze of de kwaliteit van de toetsen voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden en of het toetsplan wordt uitgevoerd. De examencommissie controleert of eventuele verbeterplannen die het voorgaande jaar waren afgesproken met examinatoren zijn uitgevoerd en hebben opgeleverd wat beoogd was (de verbetering van de kwaliteit van de toets). Indien er problemen met de kwaliteit van toetsen worden gesignaleerd, is het opleidingsmanagement verantwoordelijk voor een nadere analyse en een onderzoek naar de oorzaken ervan. Het opleidingsmanagement treedt, in dialoog met het afdelingshoofd en de examinator/ het docententeam, remediёrend op met betrekking tot de toetsing van een cursus/cursusonderdeel. 

    De examencommissie evalueert het toetsplan en doet voorstellen voor verbetering.

  • Verbeteren

    De examencommissie stelt jaarlijks, voorafgaand aan het nieuwe studiejaar, de Regels en Richtlijnen vast, al dan niet met bijstellingen en maakt deze tijdig bekend. De examencommissie neemt de belangrijkste informatie omtrent de kwaliteit van de toetsen van dat studiejaar en de evt. acties die zijn ondernomen met het oog op verbetering van de kwaliteit van de toets op in haar jaarverslag. 

Misschien ben je hier ook naar op zoek?

Direct naar

Onderzoek Research and Impact Support Portal Universiteitsbibliotheek Persvoorlichting VU

Studie

Onderwijs Studiegids Canvas Studentenbalie

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Over ons Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam