Kortdurend zorgverlof: gedeeltelijk betaald
Je hebt jaarlijks recht op maximaal 2 keer het aantal uren dat je per week werkt voor de noodzakelijke verzorging bij ziekte van:
- partner, kinderen, ouders, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen anderen die deel uitmaken van je huishouden (bijvoorbeeld een inwonende tante)
- bekenden (iemand met wie je een sociale relatie hebt, bijvoorbeeld schoonouders, een buurvrouw of een vriend op voorwaarde dat de te verlenen zorg rechtstreeks voortvloeit uit de relatie)
Als het gaat om de verzorging van je partner of kind tot 14 jaar, dan krijg je de eerste 3 werkdagen van het kortdurend zorgverlof volledig betaald. Dat registreer je via de self service Buitengewoon verlof en kies je bij het Tijdtype vervolgens voor (Mantel)zorgverlof. Je vraagt dit betaalde verlof bij voorkeur 4 weken voor de ingangsdatum aan bij je leidinggevende.
Voor de resterende periode en in de andere hiervoor genoemde situaties heb je tijdens de verlofperiode recht op 70% van je salaris, maar tenminste op 70% van het voor jou geldende wettelijk minimumloon en ten hoogste 70% van het maximum dagloon als bedoeld in artikel 17 van de Wet financiering sociale verzekeringen. Je vraagt dit gedeeltelijk betaalde verlof zo snel als mogelijk aan bij je leidinggevende en bij voorkeur 4 weken voor de ingangsdatum. Vervolgens registreer je dit gedeeltelijk betaalde verlof via het formulier Zorgverlof.
Langdurend zorgverlof: onbetaald
Je hebt jaarlijks recht op maximaal 6 keer je arbeidsduur per week voor de verzorging van één van de hierboven genoemde personen die levensbedreigend ziek is of voor langere tijd ziek of hulpbehoevend is.
Dit langdurend zorgverlof is onbetaald. Als het verlof langer duurt dan 2 weken, dan komen het werknemers- en werkgeversdeel van de pensioenpremie voor je eigen rekening. Je vraagt dit onbetaalde verlof 4 weken voor de ingangsdatum aan bij je leidinggevende en registreert je aanvraag met het formulier Zorgverlof.
Weigeren of intrekken
Je leidinggevende mag een aanvraag voor kortdurend of langdurend zorgverlof alleen weigeren als de VU daardoor in ernstige problemen komt en het daarom niet onredelijk is dat jouw belang bij het verlof daarvoor moet wijken. Om die reden mag je leidinggevende het verlof weigeren nadat je het hebt aangevraagd. Is het verlof al goedgekeurd of ben je al met zorgverlof, dan mag je leidinggevende het verlof niet meer intrekken, tenzij het gaat om kortdurend zorgverlof en de VU anders in ernstige problemen komt.
Meer informatie
- CAO > artikelen 4.10, 4.22
- Buitengewoon verlof - regeling
- www.overheid.nl > Wet arbeid en zorg > Hoofdstuk 5, afdelingen 1 en 2