Juan Antonio Hernández-Agüero en Inés María Alonso-Crespo (Leuphana Universität Lüneburg) selecteerden bossen in de buurt van twee Duitse steden met drie breedtegraden verschil: Hamburg en Frankfurt. Hun doel was om te bestuderen hoe verstedelijking de manier beïnvloedt waarop soorten met elkaar omgaan. Concreet bestudeerden de onderzoekers herbivorie door insecten op beukenbladeren, en de predatie van insectenetende vogels op kunstmatige rupsen.
Tegengestelde effecten
Insectenetende vogels vielen rupsen in bossen dichter bij de stad Frankfurt meer aan dan rupsen in bossen die verder weg liggen. In Hamburg, met een hogere breedtegraad, gebeurde echter het tegenovergestelde: de rupsen die het meest werden getroffen waren degenen die zich het dichtst bij bevolkte gebieden bevonden.
Veranderingen in het milieu
Volgens de auteurs kunnen deze tegengestelde effecten worden verklaard door veranderingen in het milieu als gevolg van verstedelijking. Een voorbeeld hiervan is het hitte-eilandeffect, waarbij steden hogere temperaturen hebben dan hun niet-verstedelijkte omgeving. Een hogere temperatuur op lagere breedtegraden (in dit geval Frankfurt) kan ervoor zorgen dat er minder fauna overleeft dan in natuurgebieden. Op hogere breedtegraden (in dit geval Hamburg) kunnen dezelfde veranderingen in het milieu, met hogere temperaturen in steden dan in omliggende gebieden, het makkelijker maken voor dieren die normaal gesproken gedwongen zouden worden te migreren, of die de lage wintertemperaturen niet zouden overleven.
Herbivorie
De onderzoekers bestudeerden ook herbivorie, door insecten die beukenbladeren eten, op verschillende afstanden van de stadscentra van Hamburg en Frankfurt. Hier vonden ze geen effecten van verstedelijking, maar wel effecten van de breedtegraad. Er werd meer van de bladeren gegeten op de laagste breedtegraad (Frankfurt) dan op de hoogste breedtegraad (Hamburg). Dit komt doordat stabielere omgevingsomstandigheden op lagere breedtegraden, met gunstiger klimatologische omstandigheden, het voortbestaan van een grotere biologische diversiteit vergemakkelijken.
Levende laboratoria
De klimatologische omstandigheden van steden kunnen dienen als levende laboratoria voor klimaatverandering. Als gevolg van het stedelijke hitte-eilandeffect ervaren stedelijke gebieden momenteel temperaturen die vergelijkbaar zijn met de voorspelde toekomstige temperaturen als klimaatverandering niet wordt gestopt. De resultaten van het artikel, gepubliceerd in Ecology and Evolution, kunnen daarom worden gebruikt om de toekomst van interacties tussen planten en herbivoren (zoals gewasplagen) en predatie (bijvoorbeeld voor ongediertebestrijding) te voorspellen.