Aardsysteemwetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam, Rebecca Scholten en Sander Veraverbeke, en de Universiteit van Californië (UCI), Irvine, gebruikten satellietgegevens van 2012 tot nu om een atlas van natuurbranden te ontwikkelen. De atlas kan brandbeheer helpen te begrijpen welke gebieden het meeste risico lopen op intensievere brandactiviteit in een opwarmend klimaat.
Menselijke invloed
"Onze methode volgt Arctische natuurbranden gedurende hun hele levensduur in tijdstappen van 12 uren", zegt Rebecca Scholten, aardwetenschapper en hoofdauteur van het nieuwe Nature Geoscience-onderzoek. De studie is onderdeel van haar PhD-onderzoek aan de VU. Het komende jaar gaat zij onderzoek doen aan de Universiteit van Californië met een Rubicon-financiering.
"Wat er echt interessant aan is, is dat het je iets kan vertellen over natuurbranden en hun gevoeligheid voor klimaatverandering." Het team kan met name nagaan in welke mate mensen in de buurt het aantal natuurbranden, hun omvang en ernst beïnvloeden en hoe verschillende plantensoorten dergelijke brandregime-eigenschappen vormgeven. "We hebben grote verschillen gevonden tussen door mensen gedomineerde gebieden en wildernisgebieden. Afhankelijk van de lokale brandvoorschriften in een bepaald gebied, kunnen mensen de brandactiviteit vergroten of verkleinen", aldus Scholten.
Waarde voor brandbeheer
Scholten en haar team gebruikten hun brandatlas om zeven verschillende Arctische "pyroregio's" te identificeren, elk met hun eigen unieke kenmerken, met als doel brandgevaarlijke gebieden te identificeren. "We zien een zeer grote variabiliteit in brandregimes die wordt veroorzaakt door menselijke en omgevingsfactoren, en ik hoop dat dit zich vertaalt in waarde voor brandbeheer", aldus Scholten. Zo ontdekte het team dat afgelegen gebieden in Oost-Siberië en Canada een grotere kans hebben om bij te dragen aan extreme brandjaren dan andere boreale bosgebieden in Europa en Zuid-Siberië. Brandbeheer kan met deze nieuwe informatie dus beter worden ingericht.