Tekst: Shirley Haasnoot | Foto: David Meulenbeld
Ze doen mensen in bad, kleden ze aan, helpen met eten. Maar ze maken ook wonden schoon, dienen medicatie toe en geven injecties. Ze werken in verpleeghuizen, revalidatiecentra, de wijkverpleging en op andere plekken waar patiënten langdurige hulp nodig hebben. Deze tienduizenden zorgverleners, genaamd ‘verzorgenden Individuele Gezondheidszorg’, vormen binnen de zorgsector de grootste beroepsgroep. Ze zijn essentieel voor goede gezondheidszorg in Nederland.
Het belang van deze mensen kan nauwelijks overschat worden
Toch is deze groep ‘tamelijk onzichtbaar’ en is hun werk niet erg bekend, zeggen VU-onderzoekers Marieke van Wieringen en Kim van Erp, collega’s binnen de afdeling Organisatiewetenschappen. Terwijl het belang van deze mensen nauwelijks overschat kan worden. Zij helpen patiënten immers om zo zelfstandig mogelijk te blijven en hebben meestal dagelijks contact met hen. Van Wieringen: ‘Ze leren hun cliënten daardoor heel goed kennen en zien als geen ander hoe iemand zich voelt.’
Deze snel vergrijzende beroepsgroep bestaat bijna geheel uit vrouwen
Het vak Verzorgende Individuele Gezondheidszorg, kortweg ‘verzorgende IG’ heeft een beschermde beroepstitel; er gaat een driejarige mbo3-opleiding inclusief stage aan vooraf. Momenteel bestaat deze snel vergrijzende beroepsgroep bijna geheel uit vrouwen. Het werk is onregelmatig, fysiek zwaar en slecht betaald. Van Wieringen: ‘Er is niet genoeg waardering voor wat de verzorgenden IG allemaal doen. Uit mijn onderzoek aan de VU blijkt dat ze zich vaak niet gehoord, gezien of erkend voelen.’
Tijdens de coronacrisis werden de verzorgenden IG niet door de overheid bedankt
Hoe schrijnend dit gebrek aan erkenning was bleek tijdens de corona-epidemie, toen verschillende beroepsgroepen in de zorg uitvoerig door de overheid bedankt werden, maar de verzorgenden IG werden overgeslagen. Ook kregen zij pas als laatsten beschermende middelen. ’Van Erp: ‘Het RIVM voerde lang het beleid dat werkenden in de verpleeghuiszorg en de wijkverpleging zoveel mogelijk zorg moesten verlenen op anderhalve meter afstand. Terwijl dat praktisch natuurlijk helemaal niet kan.’
‘Als je iets invoelbaar wilt maken, moet je het laten zien’
Hoe maakt je deze belangrijke mensen zichtbaar en laat je zien wat hun werk inhoudt? Je kunt daar een wetenschappelijk artikel over schrijven. Maar Van Wieringen en Van Erp willen ze op een andere manier in beeld brengen. Letterlijk, door ze tijdens hun werk te laten fotograferen. Daartoe volgt fotograaf John van Hamond een aantal verzorgenden IG tijdens hun werkdag. ‘Als je iets invoelbaar wilt maken, moet je het laten zien’, zegt Van Erp. ‘Bij een foto waarop iemand wordt geholpen onder de douche te stappen, hoef je geen uitleg meer te geven. Niemand zal daarbij denken dat dit op anderhalve meter afstand kan.’
Het is de bedoeling dat de foto’s in een boek verschijnen en daarnaast in een reizende tentoonstelling te zien zijn bij zorgorganisaties, ministeries, bibliotheken en andere publieke plekken. De verzorgenden IG zijn inhoudelijk nauw betrokken bij het project, van de fotokeuzes tot de begeleidende teksten. Want niet alle zorgmomenten zijn voor buitenstaanders direct duidelijk. Van Wieringen: ‘Een verzorgende IG bedenkt steeds wat iemand nodig heeft om zo zelfstandig mogelijk te zijn. Een kam die klaarligt op de wasbak, of de rollator die naast de stoel staat. Ook dat zie je terug in de foto’s.’
Door de vele kanten van het werk van verzorgenden IG in beeld te brengen worden jonge mensen misschien enthousiast over dit beroep, zegt Van Wieringen. En dat is belangrijk, aangezien er in de nabije toekomst grote tekorten in de zorg worden verwacht. Het boek is daarnaast voor ministeries bedoeld, het RIVM en de brancheorganisatie van zorgorganisaties ActiZ. Ook kunnen de verzorgenden IG het boek gebruiken om hun naaste omgeving te laten zien wat hun dagelijkse werk inhoudt.
‘Als we het hebben over “mensen met een zorghart” doen we het beroep tekort’
We doen het beroep verzorgende IG tekort als we als maatschappij zeggen: ‘Dit zijn mensen met een zorghart’, vinden de beide VU-onderzoekers. ‘Want dan zeg je dat het een soort hobby is’, meent Van Erp. ‘Je wordt daarmee niet op je kennis aangesproken’, vult Van Wieringen aan. ‘Deze beroepsgroep is essentieel in de zorg en zou daar ook erkenning voor moeten krijgen. Dat willen we met het fotoproject laten zien.’
Foto boven: Kim van Erp en Marieke van Wieringen