Om de toenemende wereldbevolking in de toekomst van voedsel te kunnen voorzien, is het noodzakelijk dat we op een andere manier eten produceren en consumeren. De voedselproductie is verantwoordelijk voor 25% van de uitstoot van broeikasgassen en draagt bij aan de overexploitatie en vervuiling van de aarde. Dat is een bedreiging voor de gezondheid van mensen. Een meer plantaardig voedingspatroon draagt dus ook bij aan onze gezondheid.
Overheidsbeleid
Daarom richt overheidsbeleid zich op de overgang naar meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten, oftewel de eiwittransitie. Ze concludeerden dat een meer plantaardig voedingspatroon beter voldoet aan hun Richtlijnen goede voeding. Ook stellen ze dat het voor de meeste Nederlanders mogelijk is minder dierlijk te gaan eten zonder dat er tekorten aan voedingsstoffen ontstaan.
Algemene tips
Om gezonder en duurzamer te eten, kun je een aantal algemene tips gebruiken: eet niet te veel, verspil geen voedsel, beperk zuivel en vlees, en vervang het vlees door plantaardige eiwitbronnen als peulvruchten, noten, soja en granen. Volgens de Gezondheidsraad kan het meer plantaardige voedingspatroon dat ze voorstellen (60% van het eiwit uit plantaardige bronnen en 40% uit dierlijke bronnen, in plaats van de huidige 40% plantaardig en 60% dierlijk) de milieu-impact van onze voedselconsumptie met 25% verlagen.
Podcast
Voedingswetenschapper Marjolein Visser schreef samen met Ingeborg Brouwer een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, met daarin meer uitleg over het advies en praktische adviezen om zo duurzaam en gezond mogelijk te eten. Daarnaast schoof ze aan bij de podcast Adviezen van de Gezondheidsraad om meer te vertellen over de eiwittransitie.