“Thema’s zoals gezond werken, sociale ongelijkheid en mentaal welzijn zijn erg belangrijk voor een gezonde samenleving, en we willen dat onderzoekers én beleidsmakers op die thema’s elkaar beter weten te vinden", aldus ontwikkelingseconoom Wendy Janssens. Per 1 september heeft zij het stokje van arbeidseconoom Pierre Koning overgenomen als directeur van HERA.
HERA brengt onderzoekers vanuit de verschillende vakgebieden van VU School of Business and Economics samen om via hoogstaand onderzoek en onderwijs bij te dragen aan een gezonde en productieve samenleving. “Er is een aantal thema’s dat in de nabije toekomst steeds belangrijker zal worden en waar samenwerking tussen verschillende afdelingen voor nodig is. Op die thema’s willen we elkaar vinden,” licht Janssens toe. “Neem bijvoorbeeld mentale gezondheid. Mentale gezondheid komt overal terug. Het is niet alleen belangrijk om te weten hoe de geestelijke gezondheidszorg het beste georganiseerd kan worden, maar ook welke effecten mentale gezondheid heeft op de arbeidsmarkt en in het onderwijs”, aldus Janssens. Andersom kunnen armoede, uitsluiting en andere maatschappelijke factoren weer tot mentale problemen leiden. Dit soort vicieuze cirkels doorbreken vergt een interdisciplinaire aanpak.
“Een ander thema is preventieve gezondheid: hoe stimuleer je gezond gedrag? Op dat thema is de inbreng van onder meer marketingexperts en gedragseconomen heel nuttig. Het overgrote deel van het overheidsgeld gaat nu naar zorg, maar nauwelijks naar het voorkomen van gezondheidsproblemen via bijvoorbeeld gezondere voeding,” vervolgt Janssens. “Ook kijken we bij HERA vanuit meerdere invalshoeken naar mondiale uitdagingen zoals de volgende pandemie, hittestress door klimaatverandering en toegang tot anticonceptie. Dat zijn thema’s die mij persoonlijk als ontwikkelingseconoom veel bezighouden.” Een vierde speerpunt is vergrijzing. Koning: “Dat heeft gevolgen voor de zorg, maar ook voor de arbeidsmarkt. Als mensen langer moeten doorwerken is het wel belangrijk dat ze dat op een gezonde manier kunnen doen.”
Bij HERA zijn op dit moment 40 onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam aangesloten. Die volgen samen seminars en zoeken elkaar op om samen onderzoek te doen en aanvragen in te dienen voor grote onderzoeksprojecten. Inmiddels zijn er ook drie postdocs begonnen die onderzoek zullen doen naar thema’s rondom de economie van gezondheid en de gezondheidszorg.
Het is ook de bedoeling om meer onderwijsprogramma’s te gaan ontwikkelen voor studenten en voor professionals uit het werkveld. Pierre Koning: “We bieden aan onze faculteit nu de minor Health Care Management aan, een programma van één semester voor bachelorstudenten, maar we merken dat er veel studenten zijn die nog meer willen leren. Die kunnen nu nog niet in Amsterdam terecht voor een master in gezondheidseconomie en gezondheidsmanagement.” Ook ziet Koning potentie in onderwijsprogramma’s voor professionals in de zorg en bij de overheid die hun kennis willen verdiepen.
Afgelopen mei namen de onderzoekers die zijn aangesloten bij HERA de organisatie van de grote wetenschappelijke conferentie lolaHESG (lowlands Health Economists' Study Group) op zich. 140 onderzoekers vanuit allerlei verschillende universiteiten en publieke organisaties zoals het RIVM kwamen daar samen. “Dat was een mooie gelegenheid om HERA op de kaart te zetten en gaf ons veel inspiratie voor de toekomst. Door meer samen te werken kunnen we grote beleidsvragen over een gezonde samenleving nog beter beantwoorden,” aldus Koning.