“Ten eerste heb ik onderzocht of de neiging om te walgen van fysiek walgelijke substanties, zoals lichamelijke stoffen of bedorven voedsel, seksuele stimuli of morele overtredingen kan worden waargenomen door kennissen, vrienden of romantische partners”, legt Karinen uit. Het onderzoek laat zien dat de gevoeligheid voor walging inderdaad kan worden waargenomen door mensen om hen heen.
De volgende stap voor Karinen was het onderzoeken van het effect van walging op de mening over immigratie. Ze concludeerde dat gevoeligheid voor walging een belangrijke rol speelt bij het vormen van deze meningen. “Mensen die erg walgen van fysiek walgelijke stimuli zijn vaker tegen immigratie. Bijvoorbeeld omdat ze zich verzetten tegen de andere normen van immigranten - normen die op zijn minst gedeeltelijk geëvolueerd zijn om ziekteverwekkers tegen te gaan,” legt Karinen uit. “Deze bevindingen helpen te begrijpen waarom anti-immigratie sentimenten die worden gevoed door bepaalde politieke partijen in Europa en de VS sommige mensen meer aanspreken dan anderen.”
Heeft walggevoeligheid ook gevolgen voor artistieke voorkeuren? Ja, legt Karinen uit. “We hebben ontdekt dat mannen, mensen die openstaan voor nieuwe ervaringen, sensatiezoekers, mensen met kennis van kunst en mensen die politiek links georiënteerd zijn, vaker van groteske kunst te houden, terwijl zeer emotionele en zeer walggevoelige mensen dat niet doen.”
Karinens onderzoek toont ook aan dat de houding tegenover losse seksuele contacten en recreatieve drugs deels erfelijk zijn en gemeenschappelijke genetische factoren hebben. De bevindingen wijzen erop dat morele opvattingen over recreatief drugsgebruik voortkomen uit iemands houding en voorkeuren ten opzichte van losse seksuele contacten. Karinen: “In de afgelopen vijf decennia zijn de financiële, sociale en politieke kosten en gevolgen van de ‘war on drugs’ immens geweest. Daarom is het cruciaal om te begrijpen welke factoren morele opvattingen over recreatief drugsgebruik bepalen. Mijn onderzoek biedt inzicht in waarom sommige mensen recreatief drugsgebruik moreel veroordelen en anderen niet.”