Aaldering: “Deels was dit natuurlijk te verwachten: deze eigenschappen worden niet voor niets de ‘dark triad’ genoemd, dat komt omdat ze over het algemeen als onwenselijk worden gezien. Tegelijkertijd zijn de resultaten opvallend, want we zien wereldwijd op dit moment veel leiders met een of meerdere van zulke persoonlijkheidskenmerken, die toch heel populair zijn onder een bepaalde groep kiezers.”
Biden en Trump
Het onderzoek bestond uit twee studies in de nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen eind 2020. Allereerst kregen ruim duizend Amerikaanse stemgerechtigden twaalf stellingen voorgelegd over de persoonlijkheid van Joe Biden en Donald Trump, die ze moesten beoordelen op een schaal van ‘sterk mee eens’ tot ‘sterk mee oneens’. Om ‘narcisme’, ‘psychopathie’ en ‘machiavellianisme’ te meten, kregen ze negatief geformuleerde stellingen als ‘neiging om gevoelloos of ongevoelig te zijn’, ‘neiging om aandacht te trekken van anderen’ en ‘neiging om anderen te manipuleren’. Positief geformuleerde stellingen waren onder meer ‘is eerlijk’ en ‘bekommert zich om mensen zoals ik’. Vervolgens becijferden ze hun gevoel voor de kandidaat (op een schaal van 0 tot 100, van “koude gevoelens” tot “warme gevoelens").
Hieruit blijkt: hoe hoger de politicus scoort op kenmerken van narcisme, psychopathie en machiavellianisme, hoe negatiever kiezers hem beoordelen. Dit geldt zowel voor Democratische als Republikeinse kiezers. Trump scoorde onder alle kiezers een stuk hoger op deze duistere persoonlijkheidskenmerken dan Biden.
Onbekende politieke kleur
Blijven de resultaten uit de eerste studie overeind als de politieke kleur van een kandidaat onbekend is? Om dat met zekerheid te kunnen zeggen, voerden de onderzoekers vervolgens een experiment uit onder nog eens ruim dertienhonderd Amerikaanse stemgerechtigden. Deelnemers lazen een krantenartikel over de fictieve en partijonafhankelijke ‘Paul A. Bauer’, die zich kandidaat stelt voor een zetel in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.
De helft van de respondenten kreeg een versie waarin ‘Paul’ kenmerken had van narcisme, psychopathie of machiavellianisme, terwijl de andere helft een interview kreeg waarin hij deze niet had. Vervolgens moesten ze ‘Paul’ beoordelen (van ‘zeer koude gevoelens’ naar ‘zeer warme gevoelens’). De resultaten uit dit experiment bevestigen de conclusies uit de eerste studie: hoe hoger een politicus volgens de kiezers scoort op narcisme, psychopathie en machiavellianisme, hoe slechter deze wordt beoordeeld – ongeacht de partij waartoe die behoort.