Vooral is de vraag hoe hun behoeften en mogelijkheden aansluiten op bestaande lespakketten en trainingen. De uitkomsten zijn bedoeld voor direct betrokkenen maar zijn ook relevant voor beleid. Het onderzoek, genaamd DigAble wordt geleid vanuit Viveon, de academische werkplaats van ’s Heeren Loo en de Vrije Universiteit Amsterdam, met hoogleraar Carlo Schuengel als hoofdaanvrager, en uitgevoerd door een onderzoeksconsortium met o.a. VU-orthopedagoog Ina Koning en VU-hoogleraar Sander Begeer (Diversiteit in Autisme). DigAble krijgt de subsidie van 863 duizend euro van de Nationale WetenschapsAgenda (NWA), vanuit het programma Kwetsbaarheid en weerbaarheid in een online samenleving.
Carlo Schuengel: “Belangrijk is dat we dit onderzoek samen gaan doen. Dit project gaat over een vraag die jeugd en opvoeders hebben dus dat gaan we samen met hen onderzoeken.”
Langetermijneffecten
De vraag naar onderzoek rondom de digitalisering van de samenleving na de coronapandemie komt ook vanuit de overheid. Op de Rijksbrede Kennisagenda Online Samenleving, die door zeven ministeries is ontwikkeld, wordt gevraagd naar kennis om op een passende manier om te gaan met de langetermijneffecten van de digitalisering van onze wereld. Om vanuit daar beleid te kunnen ontwikkelen die past bij alle jongeren en hun opvoeders.
Rustmoment
Ina Koning vult aan: “Een voorbeeld van hoe de balans tussen de kansen en risico’s anders kan zijn voor jongeren met neurodivergentie is het voordeel dat het kan hebben voor de ouders. Ouders van deze jongeren kunnen de opvoeding ook uitdagend ervaren, maar kunnen juist zelf een rustmoment hebben als hun kind online is. Dus het voordeel van het gebruik van deze digitale media kan bij deze ouders nog groter zijn, terwijl we ook weten dat deze jongeren online meer risico’s lopen. Wat hebben ouders nodig om hierin beter de voors- en tegens af te kunnen wegen?”
Naast de behoeften van jongeren en hun omgeving gaat er ook gekeken worden naar bestaande interventies die er al zijn. Lespakketten voor mediawijsheid bijvoorbeeld, trainingen voor digitale geletterdheid of informatievoorziening aan opvoeders. “We weten nog niet goed of deze interventies ook helpend zijn voor neurodivergente jongeren. Dat willen we wel heel graag weten, zodat we gericht deze tools in kunnen zetten. Of andere maatregelen kunnen adviseren om ook deze jongeren een goede digitale ervaring te bieden,” aldus Schuengel.
Samenwerkingspartners
Om DigAble te laten slagen is er een groep samenwerkingspartners samengesteld met een grote diversiteit aan achtergronden. Naast onderzoekers van de VU zijn dat Peter Nikken (Hogeschool Windesheim), Svenja Büttner (Hogeschool Windesheim), Rogier de Groot (Hogeschool Leiden), Hendrien Kaal (Hogeschool Leiden), Helen Vossen (Universiteit Utrecht) en Regina van der Eijnden (Universiteit Utrecht). De maatschappelijke partners in het project worden vertegenwoordigd door Wouter van der Horst (practoraat mediawijsheid, MBOmediawijs.nl), Joli Luijckx (Oudervereniging Balans), Marjolein Oomes (Koninklijke Bibliotheek), Sylvia Vlaardingerbroek (NJi), Jolanda Douma (Landelijke KennisCentrum LVB) en Daniella Overbeek (Stichting Agora). Informatie over het project en de voortgang is te vinden op de website van Viveon.
Onderzoek naar media interventies voor neurodivergente jeugd krijgt NWA subsidie
26 januari 2024
Het onderzoek geeft antwoord op de vraag wat neurodivergente jongeren, hun opvoeders, leerkrachten en zorgverleners nodig hebben om digitaal mee te doen.