Een groot probleem in de scheikunde en biologie is het begrijpen hoe grote moleculen reageren op licht. Dit is bijvoorbeeld belangrijk om te begrijpen hoe planten kooldioxide omzetten in bruikbare energie met behulp van zonlicht, of om efficiëntere en goedkopere zonnecellen te ontwerpen. Theoretische simulaties, waarbij chemische processen met computers worden gesimuleerd in plaats van dure en tijdrovende experimenten in laboratoria, kunnen helpen bij het ontrafelen van de onderliggende mechanismen. De momenteel bekende simulatietechnieken zijn ofwel goedkoop maar beperkt in hun nauwkeurigheid, of nauwkeurig maar kostbaar.
Partitioneringstechniek
De momenteel beschikbare methoden om dergelijke simulaties uit te voeren, bieden slechts een benaderend beeld van deze complexe processen. Een benaderend beeld volstaat vaak om veel onderzoeksvragen te beantwoorden, maar in sommige gevallen zijn meer exacte resultaten nodig. Deze exacte resultaten kunnen alleen worden verkregen met simulaties die tijdrovend en daarom duur zijn. Förster stelt voor om die methoden te verbeteren met een partitioneringstechniek: In een eerste stap worden de belangrijke delen van het probleem, waarvoor exacte resultaten nodig zijn, geïdentificeerd. Vervolgens wordt een simulatie uitgevoerd om een benaderend beeld te geven van het resterende deel en pas daarna wordt het belangrijke deel precies beschreven.
Veni
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft Arno Förster een Veni-beurs toegekend, waardoor hij zijn onderzoek de komende drie jaar verder kan ontwikkelen. Het NWO Talentprogramma geeft onderzoekers de vrijheid om hun onderzoek te verrichten gedreven door creativiteit en passie. Ze ontvangen tot 320.000 euro. Het programma stimuleert innovatie en nieuwsgierigheid. Vrij onderzoek draagt bij aan en bereidt ons voor op de samenleving van morgen. Daarom richt NWO zich op een diversiteit aan wetenschappers, domeinen en achtergronden. Veni, samen met de Vidi- en Vici-beurzen, maakt deel uit van het Talentprogramma.
NWO selecteert onderzoekers op basis van de wetenschappelijke kwaliteit en het innovatieve karakter van het onderzoeksvoorstel, de wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact van het voorgestelde project en de kwaliteit van de onderzoeker.