De bouw
In 1953 kocht de Vrije Universiteit Amsterdam het stuk land aan de De Boelelaan. De bouw van nieuwe laboratoria voor de Faculteit Wis- en Natuurkunde had prioriteit. Het laboratorium aan de De Lairessestraat was verouderd en krap, terwijl de studentaantallen van de faculteit enorm toenamen. In juni 1958 werd de architect prof. ir. H.T. Zwiers aangesteld en hij ontwierp een gigantisch kamvormig gebouw waarin alle afdelingen onder één dak hun werk konden doen. In 1965 trokken de wis- en natuurkundigen als eersten in, snel gevolg door de afdelingen Geologie en Biologie. Het middenstuk met de scheikundigen kwam in 1975 gereed.
Het gebouw tot leven gewekt
Bij de officiële opening van het gebouw in 1965 stelde de toenmalige rector W.F. de Gaay Fortman dat de gebouwen pas ‘tot leven worden gewekt door de mensen die er gaan werken, onderzoeken, doceren en overleggen.’ In de expositie tonen oude wetenschappelijke instrumenten het unieke onderzoek dat in de verschillende laboratoria is gedaan. Daarnaast tonen opgezette vogels en vintage computers de dagelijkse praktijk van het wetenschappelijk onderwijs in de 20e eeuw. Ook is het ritmische mozaïek van Johan Haanstra die zich op de achtergevel van het gebouw bevindt op een bijzondere manier naar binnen gehaald.
De expositie bevindt zich in de erfgoedvitrine van de UB op de eerste verdieping van het VU Hoofdgebouw, van 1 september tot 22 november.
De tentoonstelling is samengesteld door conservator Academisch Erfgoed Eline Bos, met bijdragen van conservator Kunst Wende Wallert, universiteitshistoricus Ab Flipse, collectiebeheerder Fabio Zaffora, promovendus Jelmer Heeren en vele (oud)-bewoners van het W&N-gebouw.