Het onderzoek van de sectie is gericht op gezondheidseconomische vraagstukken die bijdragen aan de publieke doelen van de Nederlandse gezondheidszorg, te weten kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Vanwege het belang van de institutionele context is het onderzoek vaak interdisciplinair of transdisciplinair van aard. Daarom bevat de sectie onderzoekers met uiteenlopende vakgebieden, en werkt het samen met onderzoekers van andere afdelingen en faculteiten, bijvoorbeeld in het Talma Instituut van de vrije Universiteit.
Sectie Gezondheidseconomie
Onderzoeksthema's
-
Financiering van de zorg
De gezondheidszorg in Nederland kent drie publieke stelseldoelen: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. De financiering en marktordening van zorg staan ten dienste aan die optimalisatie. Omdat de eigenschappen van zorgaanbod en vraag sterk verschillen tussen delen van de zorg verschillen ook de financiering en marktordening. Voor de financiering heeft dit geleid tot uiteenlopende bekostigingsmodellen en voor de marktordening heeft dit geleid tot vier stelselwetten: Zvw, Wlz, Jeugdwet en de Wmo.
Binnen het thema “financiering van zorg” worden de effecten van verschillende financiële prikkels op de stelseldoelen onderzocht, rekening houdend met de wijze waarop de markt is geordend. Het onderzoek in deze groep wordt gefinancierd vanuit de eerste geldstroom (OCW), de tweede geldstroom (ZonMw), en derde geldstroom (zorgaanbieders -verzekeraars). Dit thema valt direct onder Xander Koolman.
-
Stimuleren van gepaste zorg
In het thema “Stimuleren van gepaste zorg” staat de vraag centraal wat de belemmeringen zijn om de keuze voor gepaste zorg ook de vanzelfsprekende keuze te laten zijn voor patiënt, zorgverlener, zorgaanbieder enerzijds en verzekeraar, overheid en andere stakeholders anderzijds. We doen dat onderzoek met “gezondheidseconomie” als theoretisch vertrekpunt, maar verbreden het nadrukkelijk met inzichten uit andere verschillende disciplines (geneeskunde, gezondheidswetenschappen, psychologie, organisatiewetenschappen, sociologie, bestuurskunde, rechten). We analyseren vraagstukken daartoe zowel vanuit de systeemwereld als vanuit de leefwereld om tot een goed begrip te komen van belemmeringen voor het leveren van gepaste zorg vanuit verschillende stakeholder-perspectieven. We gebruiken daarvoor analysemethoden en kaders die zowel de gedragsgezondheidseconomie raken als de institutionele economie. Op deze manier willen we ons onderzoek zowel aanspreekbaar als toepasbaar maken voor een brede doelgroep van wetenschap en praktijk en daar binnen die laatste voor zowel beleidsmakers als zorgverleners.
-
Toegang tot de langdurige zorg
Leden van de sectie gezondheidseconomie doen al vele jaren onderzoek naar de toegang tot langdurige zorg. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van onderzoeksinstrumenten en algoritmes voor het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), onderzoek naar determinanten van toegang, praktijkvariatie, kosten en effecten van verschillende zorgvormen en de effecten van de Coronacrisis op de toegang tot zorg. France Portrait is verantwoordelijk voor deze onderzoekslijn. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot France Portrait.
-
Intersectie formele en informele zorg
Het merendeel van de ouderenzorg wordt geleverd in de informele sfeer. In veel gevallen gaat het om mantelzorg die wordt geleverd door naasten. Daarnaast speelt ook vrijwilligerswerk in toenemende mate een belangrijke rol. We zien mantelzorg niet als vrijwilligerswerk maar als zorg die voortvloeit vanuit de relatie tussen de mantelzorger en de patiënt. Die zorg wordt daarom veelal ervaren als een persoonlijke plicht. Vanuit het zorgstelsel kan mantelzorg en vrijwilligerswerk worden ondersteund. Ook kan de interactie tussen vrijwilligerswerk en formele zorg worden verbeterd, zodat ook de toekomstige zorgbehoefte van degenen die dat het hardst nodig hebben kan worden beantwoord.
Het huidige stelsel bevat echter tal van drempels om deze beweging in te zetten. Die drempels hebben soms met de cultuur in de zorg zelf te maken, aan het bestaan van financiële schotten tussen deelsectoren, of de eisen die aan zorgaanbieders worden gesteld ten aanzien van hun verantwoording. Soms ook liggen die barrières op andere vlakken, zoals het arbeidsrecht of het pensioenstelsel. De barrières bestaan niet alleen voor vrijwilligers maar ook voor (burger)initiatieven om zorg en welzijn in buurten te combineren. Onderzoek naar deze barrières wordt geleid door Marcel Canoy en Yvonne Krabbe-Alkemade. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Yvonne Krabbe-Alkemade.