Als student leer je tijdens de studie geneeskunde vaardigheden zoals het uitvoeren van lichamelijk onderzoek. Deze vaardigheden worden in alle studiejaren getraind. Voordat je met echte patiënten gaat werken oefen je de vaardigheden met en op medestudenten, simulatiepatiënten en voor een aantal onderzoeken op daarvoor specifiek opgeleide praktijkdocenten. Zelf ben je dus ook regelmatig proefpersoon voor je medestudenten. Deze trainingen geven je de mogelijkheid de patiëntgebonden vaardigheden goed te leren.
Actief oefenen, met adequate feedback van ‘patiënt’ en opleider, bevordert en optimaliseert de klinische vaardigheden. Daarom is het voor een aanstaand arts nodig bij zo veel mogelijk verschillende personen, zowel mannelijk als vrouwelijk, het onderzoek onder begeleiding te verrichten. Door veel (meestal gezonde) medestudenten te onderzoeken, leren studenten de grote variatie van “normale” onderzoeksbevindingen kennen. Het leren van deze grote variatie “normale” bevindingen is van groot belang voor het later leren herkennen en differentiëren van gezond versus pathologie.
Naast het actief oefenen op een medestudent, heeft ook het ondergaan van lichamelijk onderzoek
een duidelijke functie binnen de opleiding. De student ondervindt dan letterlijk aan den lijve wat het
ondergaan van het lichamelijk onderzoek, met de daarbij behorende kwetsbaarheid, voor patiënten
inhoudt. Studenten kunnen elkaar helpen bij het ontwikkelen van vaardigheden en het begrip van de
vaardigheid zelf. Wat is het doel van deze vaardigheid, waarom doe ik het op deze manier
(uitvoering), wat zijn verwachte ‘normale’ bevindingen en wat zijn mogelijke afwijkende bevindingen
die nu niet aanwezig zijn maar waar wel op gelet moet worden.
Daarnaast kan de student die als “patiënt” fungeert de student die het lichamelijk onderzoek oefent
feedback geven als het onderzoek volgens diegene niet helemaal correct wordt uitgevoerd
(bijvoorbeeld te ruw of juist te voorzichtig). Deze ‘peer-to-peer’ feedback helpt ook weer in de
uitvoering van het lichamelijk onderzoek van de student die als “patiënt” fungeerde wanneer deze zelf het lichamelijk onderzoek daarna moet uitvoeren. Zo leer je met en van elkaar.