Waarom ben je vertrouwenspersoon geworden?
‘Ik ben hoogleraar geworden en dat is deels toe te schrijven aan talent, maar ook door de omgeving en de mensen die ik heb ontmoet. Ik weet als geen ander hoe belangrijk het is om een goede broedplaats te hebben waarin je jezelf op een prettige en veilige wijze kunt ontwikkelen. En er zijn ook gewoon plekken waar dat nog niet zo is. Ik draag graag bij om dat te veranderen.
Vanwege mijn eigen achtergrond krijg ik regelmatig meldingen van internationale medewerkers en studenten. Voor hen is het vaak lastig om ongewenst gedrag als zodanig te herkennen. Het gevolg daarvan is dat ze pas bij mij komen wanneer er al (te) veel is gebeurd. Dat betekent dat je ook aan de voorkant, dus voordat zaken escaleren, aandacht moet besteden aan wat ongewenst gedrag is, wat je ertegen kunt doen en waar mensen terecht kunnen.
Met welke zaken kunnen mensen bij jou en je collega’s terecht?
Met meldingen over zaken als pesten, discriminatie, agressie en intimidatie. We zijn geen bemiddelaar bij de oplossing van problemen, maar staan melders wel bij en reiken ze tools en opties aan om het probleem zelf aan te pakken. Vaak biedt dat de melder nieuwe inzichten en mogelijkheden. Dan gaan ze vaak ook uitproberen of het werkt.
Veel gevallen hebben te maken met communicatie, met luisteren naar iemand en daar adequaat op reageren. Sommige mensen voelen zich in gesprekken snel aangevallen en nemen dan een verdedigende houding aan. Een goed en open gesprek lost dan al vaak veel op. Spreek je daarin niet alleen uit over wat er is gebeurd, maar ook wat het met je doet. Zo van: “Hé, je gaat over mijn grenzen heen en nu ga ik met een vervelend gevoel naar huis.” Dat geeft de ander de mogelijkheid om daarop te reageren. Zoals: “Ik had me niet gerealiseerd dat ons gesprek dit bij je opriep. Dat vind ik vervelend, sorry daarvoor. Hoe kunnen we het anders doen?”
Zijn mensen gevoeliger geworden of komt er nu meer naar buiten?
Ik vind het moeilijk om de vinger echt op de zere plek te leggen. Ik denk zeker dat mensen, mede door de grote zaken die in het nieuws zijn gekomen, zich meer bewust worden wat er gebeurt en niet door de beugel kan. Daarnaast hebben bewegingen als Black Lives Matter dat bewustzijn ook vergroot. Bovendien hebben we nu te maken met grote conflicten tussen Rusland en Oekraïne en Israël en de Palestijnen. Deze zaken leggen nieuwe verhoudingen bloot en brengen veel emoties met zich mee. Onze antennes daarvoor zijn steeds breder ingesteld.
Ik denk dat we vooral vaardiger moeten worden in onze gesprekstechnieken en beter bedacht moeten zijn op gevoeligheden. Zeker omdat we een hele diverse universiteit zijn en ook willen zijn. De vele culturen, achtergronden, verschillen en gewoontes vragen erom dat we goed rekening met elkaar houden. En we moeten nog beter kijken wie we op leidinggevende posities zetten. Want leidinggevenden hebben een belangrijke rol en voorbeeldfunctie als het gaat om sociale veiligheid.’