‘Onze afdeling is al een tijd onderbezet. Er zijn een paar langdurig zieken, nieuw personeel is moeilijk te vinden en ook wij hebben een beperkt budget. Daarom heeft mijn leidinggevende samen met ons prioriteiten bepaald en deze uitgebreid gecommuniceerd met de organisatie. Onlangs kwam een leidinggevende van een faculteit naar mij toe met een overigens gaaf idee en het verzoek om dit project op te pakken en binnen vijf weken af te ronden. Ik legde uit dat ik het graag zou doen, maar dat het op korte termijn niet lukt en dat het idee niet past binnen de gestelde prioriteiten. Zij reageerde furieus. Volgens haar was ik star en liever lui dan moe. Toen ik protesteerde, tierde zij: ‘weet je wel tegen wie je het hebt?’ Nog geen half uur later had ik diverse leidinggevenden aan de lijn om tekst en uitleg te geven. Ik kreeg steun, maar een week later kwam van hogerhand toch de opdracht om het project op te pakken. Ik vind het respectloos. Ik leef de afspraken na, licht het netjes toe en vervolgens probeert zij via machtspelletjes haar gelijk te halen.’
‘Als faculteit willen we onze impact op de samenleving zo goed mogelijk laten zien; dat is VU-breed ook een uitdrukkelijke ambitie. Om de waarde van ons onderzoek over het voetlicht te brengen, zijn we mede afhankelijk van de diensten. Ik krijg soms het idee dat zij geen benul hebben wat er speelt in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Laatst ook weer. We hadden een inspirerend plan, maar een jongedame daar kwam met allerlei uitvluchten: geen tijd, geen prioriteit, procedure dit en dat. Kom over een half jaar eens terug; daar kwam het op neer. Ze dacht totaal niet mee. Uiteraard ben ik naar haar leidinggevende gestapt. Die werkte ook niet mee. Los je problemen op en val mij er niet mee lastig, denk ik dan. Uiteindelijk heb ik het hogerop gespeeld. Jammer dat het zo moet, maar het is tenslotte in het belang van de VU dat onze impact zichtbaar is.’