Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Samenwerken met collega's

Direct naar inschrijving workshop TeamUp
Laatst gewijzigd op 23 oktober 2024
Voor een gezonde werksfeer en effectieve resultaten is een goede teamsamenwerking cruciaal. Professioneel samenwerken gaat niet vanzelf, dat vraagt aandacht, oefening en afstemming, over ons werk én over ons gedrag. Zeker nu we met Erkennen en Waarderen scherper gaan focussen op loopbaankeuzes en verbetering van samenwerking.

De VU heeft met de Art of Engagement 4 principes geformuleerd die kunnen bijdragen om in teams de stand van de samenwerking te bespreken. De vier principes van Art of Engagement beschrijven hoe je zelf kunt bijdragen aan een prettig werkklimaat:

  • Draag bij aan het grotere geheel
  • Toon moed in duidelijke keuzes
  • Wees transparant en duidelijk
  • Luister en geef ruimte voor groei

De principes zijn afgeleid van de kernwaarden en de daaruit voortvloeiende gedragscode van de VU. 

Concrete praktijkvoorbeelden kunnen helpen om te bespreken hoe het ook anders kan. Lees hoe jij zelf kunt bijdragen aan een respectvolle en inspirerende werkomgeving door onderstaande praktijkvoorbeelden en dilemma’s. Bekijk het aanbod van trainingen en workshops, om handvatten te krijgen, op een constructieve manier het gesprek hierover te openen en te oefenen met ander gedrag. Zo zorgen we samen voor een veilige, respectvolle en inspirerende werkomgeving.

Praktijkvoorbeelden

  • Hoe werken onderstaande praktijkvoorbeelden?

    In elk praktijkvoorbeeld lees je twee perspectieven rond een werksituatie. Herken je welke principes ze toepassen? En hoe zou jij het zelf aanpakken in hun situatie?

  • ‘Mijn mening wordt wel gevraagd, maar lijkt niet te tellen…’

    ‘Toen ik hier net kwam werken, waardeerde ik het dat er regelmatig naar mijn mening werd gevraagd, onder het mom van ‘je hebt als net-afgestudeerde een frisse blik op de organisatie’. Maar in de praktijk heb ik het gevoel dat er alleen wordt geluisterd naar mensen met een hogere functie, en naar enkele ervaren collega’s die alles het liefst bij het oude houden. Ik begrijp heus wel dat ik het niet alleen voor het zeggen heb, maar geef mij in elk geval het gevoel dat er iets met mijn mening of inzicht wordt gedaan. Eigenlijk wil ik dit bespreken, maar ik ben bang dat het tegen mij werkt. Ik heb een tijdelijk contract, dus ik neem liever geen onnodige risico’s.’

    ‘Je hebt bij de VU met veel politieke belangen te maken. Dus toen ik leidinggevende werd, vroeg ik iedereen te pas en te onpas zijn of haar input en mening. Dit met de gedachte om goede relaties op te kunnen bouwen. Ik kreeg echter zoveel verschillende perspectieven te horen dat ik geen stap vooruitkwam en mensen moest teleurstellen. Tijdens een training voor leidinggevenden adviseerde een collega om een ‘ongeveer’-richting uit te stippelen en die open te stellen voor feedback. Een gouden tip! Bovendien ga ik voortaan aangeven wat mensen wel en niet kunnen verwachten als ik om hun mening vraag, en wat de vervolgstappen zijn. Hopelijk helpt dit, want ik voel echt wel die vaak onuitgesproken kritiek van sommige collega’s.

  • ‘Zij blijft net zolang lobbyen totdat zij haar zin krijgt…’

    ‘Onze afdeling is al een tijd onderbezet. Er zijn een paar langdurig zieken, nieuw personeel is moeilijk te vinden en ook wij hebben een beperkt budget. Daarom heeft mijn leidinggevende samen met ons prioriteiten bepaald en deze uitgebreid gecommuniceerd met de organisatie. Onlangs kwam een leidinggevende van een faculteit naar mij toe met een overigens gaaf idee en het verzoek om dit project op te pakken en binnen vijf weken af te ronden. Ik legde uit dat ik het graag zou doen, maar dat het op korte termijn niet lukt en dat het idee niet past binnen de gestelde prioriteiten. Zij reageerde furieus. Volgens haar was ik star en liever lui dan moe. Toen ik protesteerde, tierde zij: ‘weet je wel tegen wie je het hebt?’ Nog geen half uur later had ik diverse leidinggevenden aan de lijn om tekst en uitleg te geven. Ik kreeg steun, maar een week later kwam van hogerhand toch de opdracht om het project op te pakken. Ik vind het respectloos. Ik leef de afspraken na, licht het netjes toe en vervolgens probeert zij via machtspelletjes haar gelijk te halen.’

    ‘Als faculteit willen we onze impact op de samenleving zo goed mogelijk laten zien; dat is VU-breed ook een uitdrukkelijke ambitie. Om de waarde van ons onderzoek over het voetlicht te brengen, zijn we mede afhankelijk van de diensten. Ik krijg soms het idee dat zij geen benul hebben wat er speelt in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Laatst ook weer. We hadden een inspirerend plan, maar een jongedame daar kwam met allerlei uitvluchten: geen tijd, geen prioriteit, procedure dit en dat. Kom over een half jaar eens terug; daar kwam het op neer. Ze dacht totaal niet mee. Uiteraard ben ik naar haar leidinggevende gestapt. Die werkte ook niet mee. Los je problemen op en val mij er niet mee lastig, denk ik dan. Uiteindelijk heb ik het hogerop gespeeld. Jammer dat het zo moet, maar het is tenslotte in het belang van de VU dat onze impact zichtbaar is.’

  • ‘Ik loop al een tijd op mijn tenen…’

    ‘Met veel enthousiasme begon ik aan mijn eerste baan bij de VU. Inhoudelijk heel interessant, want je draagt aan iets bij wat ertoe doet. Ik voelde me alleen regelmatig overweldigd door al die slimme mensen die hier werken. Wetenschappers en professionals met veel kennis en expertise waar ik veel van kon leren, maar die ook regelmatig hun kritiek uitten. Ik was bang om fouten te maken, twijfelde aan mijn eigen kunnen, raakte verkrampt en maakte daardoor juist fouten. En hulp vragen leek misschien of ik de functie niet aankon… Ik belandde in een vicieuze cirkel. Totdat mijn leidinggevende vroeg wat er aan de hand was en hoe zij mij kon ondersteunen. Ik luchtte mijn hart en vervolgens gaf ze mij advies. De belangrijkste tip was dat ik eerder om hulp moet vragen! Iets wat ik nu vaker en makkelijker doe. Ik ervaar minder stress en heb meer zelfvertrouwen.’

    ‘Uit eigen ervaring weet ik maar al te goed dat het werken in een academische omgeving imponerend kan zijn. Zeker als je hier net komt werken. Je hebt te maken met zoveel inzichten en meningen; dat werkt soms verlammend. Ik heb zelfs wel eens gedacht: ben ik wel geschikt om hier te werken? Nu ik leidinggevende ben, probeer ik mijn team voor die valkuil te behoeden. Mijn tips? Wees niet bang voor afwijzingen of fouten, maar denk: de volgende keer beter. Durf te benoemen waar je goed en minder goed in bent. Vraag om coaching of training in vaardigheden die je wilt versterken. En wissel onderling taken uit waar de een goed in is en de ander minder sterk, zodat je elkaar en onze organisatie vooruithelpt.’

  • ‘Moet ik wat zeggen van het amicale gedrag van mijn leidinggevende?’

    ‘Ik heb een leidinggevende die vaak complimentjes maakt en aanrakerig is naar zowel vrouwelijke als mannelijke collega’s. Maar ik betwijfel of mijn nieuwe collega gediend is van zijn amicale gedrag. Ze kijkt soms verschrikt als hij bijvoorbeeld complimentjes maakt over haar kleding of haar een schouderklopje geeft. Moet ik haar vragen hoe zij het zelf ervaart? Misschien vindt zij dat kleinerend of bemoeizuchtig. Of moet ik mijn leidinggevende aanspreken op zijn gedrag? Wellicht valt dat niet goed en denkt hij dat zij er tegen mij over heeft geklaagd. Ik vraag het haar toch gewoon; ik kan het nu eenmaal niet invullen voor een ander.’

    ‘Ik werk hier sinds kort. Mijn leidinggevende maakt vaak complimentjes en opmerkingen waarvan ik niet weet hoe ik die moet duiden. Een compliment over mijn kleding, een arm over mijn schouder… Hij doet het bij iedereen en mijn collega’s lijken er geen aanstoot aan te nemen, dus misschien stel ik mij aan. Toch hoor je tegenwoordig genoeg andere verhalen, dus ik kan beter actie ondernemen voordat het misschien uit de hand loopt. Maar hoe kaart je zoiets aan? Hij is immers wel mijn leidinggevende en er wat van zeggen kan verkeerd vallen en tegen mij werken. Zal ik naar een vertrouwenspersoon stappen? Niet zo netjes vind ik, als je de persoon in kwestie zelf nog niet hebt aangesproken. Ik denk dat ik het eerst maar met een collega bespreek die hier al langer werkt. Eens horen hoe zij het ervaart.’

  • ‘Dat meen je niet! Een vrouw als afdelingshoofd zou niet geschikt zijn?’

    ‘Na maanden zoeken heb ik als HR-adviseur de perfecte kandidaat gevonden voor een vacature afdelingshoofd. Zij heeft de beste papieren en jarenlange ervaring. Weliswaar niet bij een universiteit, maar wel een organisatie waar veel verschillende inzichten en belangen spelen. Toch wordt er nu een beroep op mij gedaan om een man te selecteren, omdat een vrouw niet zou passen binnen het team en niet bestand zou zijn tegen de druk van de functie. Ik ben diep teleurgesteld dat deze opvattingen nog bestaan, nota bene hier op de universiteit! Dit druist in tegen het VU-beleid en ook mijn eigen principes. Ik vind dit onacceptabel en sta erop dat we de meest geschikte sollicitant aannemen, zoals het hoort.’

    ‘Op onze afdeling werken hoofdzakelijk mannen, waaronder veel techneuten en mensen met een uitgesproken mening. De sfeer is goed, maar soms gaat het er stevig aan toe en worden er wel eens politiek incorrecte grappen gemaakt. Daar zit geen discriminerende reden achter, maar sommige vrouwen zouden die grappen verkeerd kunnen opvatten. Ik sta achter het diversiteitsbeleid en heb genoeg vrouwen waar ik mee overweg kan, maar een vrouw als afdelingshoofd past niet echt binnen dit team. Het zou kunnen leiden tot misverstanden en een onprettige werksfeer, ook voor haarzelf. Die feedback heb ik ook teruggegeven aan HR.’

  • ‘Mijn collega moet altijd vroeg weg om zijn kind op te halen…’

    ‘Mijn collega ging iedere dag al om half 4 weg om zijn zoontje van school op te halen. Daarna was ik het enige aanspreekpunt voor collega’s en kreeg ik de spoedklusjes. Vaak kon ik daardoor zelf pas laat naar huis. Ik wist niet hoe ik het moest aankaarten, want ik wilde de goede sfeer op de afdeling bewaren. Ondertussen merkte ik wel dat ik flauwe grapjes begon te maken. Hij reageerde daar dan lacherig op, maar verder veranderde er niets. Totdat ik op een dag zelf vroeg weg moest en hij zei dat ik dat wel wat eerder had mogen zeggen. Ik ontplofte! Daarna ging ik met tegenzin naar het werk. Uiteindelijk zijn we met elkaar een goed gesprek aangegaan. Ik vertelde mijn visie op de situatie en waardeerde het dat hij mij stoom liet afblazen. Daarna vertelde hij zijn verhaal. We hebben nu duidelijke werkafspraken en zijn zoontje gaat nu een paar keer per week naar de naschoolse opvang. Die dagen pakt hij de spoedjes op en kan ik op lekker op tijd naar de sportschool.’

    ‘Na mijn scheiding kwam mijn zoontje bij mij wonen. Hij had al zoveel doorstaan, dus ik wilde er zoveel mogelijk voor hem zijn en hem per se zelf van school ophalen. Op het werk voelde ik mij schuldig tegenover collega’s. Iedere dag probeerde ik onopvallend te vertrekken, maar ik voelde steeds vaker steekjes onder water en kreeg bijna iedere dag wel de vraag of ik weer een vrije middag had. Daar reageerde ik dan luchtig op, maar ondertussen knaagde het enorm. ’s Avonds laat zat ik wel mijn e-mails te beantwoorden en overdag lunchte ik achter mijn bureau. Ik wist wel dat het zo niet verder kon. Het was immers mijn keuze om mijn zoontje iedere dag op te halen, maar ik heb ook mijn verantwoordelijkheden op het werk. Toen mijn collega die dag vroeg weg moest, raakte ik in paniek. De weken erna hoopte ik dat zij naar mij toe kwam, maar uiteindelijk zag ik in dat ik de oorzaak was van deze spanningen en hebben we een goed gesprek gevoerd. We kijken nu beter naar elkaar om.’

Dilemma's

  • Hoe werken onderstaande dilemma’s?

    Hieronder lees je een aantal lastige kwesties die op je werk kunnen voorkomen. Hoe zou jij bijvoorbeeld omgaan met intimidatie, tegenstellingen, discriminatie of discussies over gevoelige maatschappelijke onderwerpen? Wat zou jij in de genoemde situatie doen of juist nalaten? Helpen de principes van Art of Engagement om een uitweg te vinden? Welke overwegingen spelen voor jou een rol?

  • ‘Niemand neemt de regie.’

    Je werkt aan een project en iedereen geeft zijn input en mening. Er blijken conflicterende inzichten, maar niemand bespreekt dit rechtstreeks met elkaar om de lieve vrede te bewaren. Ondertussen wordt er in de wandelgangen wel over elkaars inzichten geklaagd, maar niet met de personen in kwestie. Jij komt zo geen stap verder met jouw werkzaamheden voor het project. Wat doe jij?

  • ‘Wat wordt er in dat kamertje bekokstoofd?’

    Je zit met andere leidinggevenden op een heidag, waar jullie bespreken dat je transparanter en duidelijker wil zijn naar elkaar. Na afloop sta je met een collega nog even na te praten bij de bar en komt er een tweede collega bij die het laatste uur heeft gemist. Je twee collega's duiken zonder toelichting een kamertje in om bij te praten en jij blijft alleen achter in de bar. Wat roept dat op? Wat doe jij?

  • ‘Ik sta niet achter dit belachelijke besluit.’

    Het MT heeft een lastig besluit genomen, waarin jij je totaal niet kunt vinden. Er wordt wel van jou verwacht dat je het besluit uitdraagt naar anderen. Committeer jij je aan het genomen besluit? Of probeer je bijvoorbeeld anderen alsnog te overtuigen met de hoop om het besluit terug te draaien of de implementatie ervan te vertragen? Wat doe jij? 

  • ‘Mijn collega discrimineert een mede-collega.’

    Je collega maakt een discriminerende opmerking over een andere collega. Bijvoorbeeld over zijn seksualiteit, huidskleur of beperking. Spreek je de discriminerende collega aan op zijn of haar gedrag? Laat je het lopen? Of check je later bij je gediscrimineerde collega hoe het met hem is? Wat doe jij?

  • ‘Mijn collega functioneert gewoon niet.’

    Je hebt al langere tijd moeite met het gedrag van een collega. Zij komt haar afspraken niet na, probeert werk af te schuiven naar anderen en maakt geregeld fouten. Van anderen hoor je dat er privéproblemen zijn, maar jouw werk lijdt er nu ook onder. Wat doe jij?

  • ‘Iedereen roept wat anders, naar wie luister je?’

    Binnen je team of een project bestaan tegengestelde opvattingen, bijvoorbeeld over de aanpak. Wat doe je? Laat je je vooral leiden door de hardste schreeuwers, de mensen met de meeste invloed, of de collega’s waar je in de toekomst vaker mee moet samenwerken? Of pak je het anders aan? Wat doe jij?

  • ‘Een verhitte discussie over de oorlog loopt uit de hand.’

    Tijdens een college hebben enkele studenten Israëlische en Palestijnse sjaals om, en dreigt een discussie over de oorlog te ontsporen. De sfeer wordt nog grimmiger als er met vlaggen wordt gezwaaid. Je begrijpt het verdriet en de wanhoop van beide groepen studenten, maar je vindt de situatie bedreigend en de manier van discussiëren niet VU-waardig. Wat doe jij?

Workshops en trainingen

  • Workshop TeamUp

    De workshop TeamUp laat wetenschappelijke en ondersteunende teams hun onderlinge samenwerking en communicatie onder de loep nemen en versterken aan de hand van de vier principes van Art of Engagement.

    Lees alle informatie op de pagina Workshop TeamUp.

  • Teamdialoog

    Het Netwerk Wetenschap in Dialoog organiseert maandelijks trainingen over dialoogvaardigheden en het omgaan met conflict en polarisatie. 

    Lees alle informatie op de pagina Deze tijd vraagt om dialoog.

  • Teamcoaching

    Een teamcoach kan met reflectie en dialoog een team verder helpen als er iets moet worden opgelost of verbeterd in het team. Bijvoorbeeld de samenwerking tussen twee subgroepen in het team, onevenwichtige inbreng in sfeer of richting door enkele teamleden, of een gebrek aan onderling vertrouwen na een gebeurtenis. 

    Lees alle informatie op de pagina Teamcoaching.

  • Bouwen aan sterke onderwijsteams

    In dit leiderschapsprogramma ontwikkel je je onderwijsleiderschap verder en sta je stil bij het vergroten van motivatie bij je teamleden, het creëren van randvoorwaarden voor prettige en effectieve teamsamenwerking, en het versterken van je eigen leiderschap hierin.

    Lees alle informatie op de pagina Bouwen aan sterke onderwijsteams.

  • Workshop hybride samenwerken

    In deze workshop maak je de samenwerking in je team inzichtelijk en bespreek je wat er beter kan aan de hand van vijf succesfactoren: resultaatgericht werken, slim samenwerken, verbinding, vitaal werken en slim digitaal werken.

    Lees alle informatie op de pagina Workshop hybride samenwerken.

  • Online leren over teams en samenwerken

    Volg online cursussen over teamwerk, teamspirit, hoe je team kunt coachen, versterken, assesments kunt doen  en over zelforganiserende teams.

    Lees alle informatie op de pagina over VU E-Learning

     

Zelf aan de slag met een goed teamgesprek

Wil je als team zelf alvast een gesprek voeren over hoe iedereen de samenwerking en omgang in het team ervaart?

En heb je voldoende (zelf)vertrouwen en veiligheid om dit zelf te begeleiden? Dan kunnen concrete handvaten je helpen om het gesprek makkelijker te maken.

Lees meer hierover op “Zelf aan de slag met een goed teamgesprek”.

Campagne voor de workshop TeamUp

Campagne voor de workshop TeamUp

Vanaf november vind je op verschillende plekken in onze gebouwen VU-blauwe campagne-uitingen. Een situatie, vergezeld door een opvallend percentage met een knipoog. Met deze campagne willen we jou en je team enthousiast maken voor het volgen van de workshop-serie TeamUp. Het sterretje bij elk percentage staat dan ook voor de volgende disclaimer:   * Dit fictieve percentage is gebaseerd op onze wens om prettiger met elkaar samen te werken.

55% meer duidelijkheid op de werkvloer (campagnedisclaimer Workshop TeamUp)

Wil je meer weten? Neem gerust contact op.

Direct naar

Onderzoek Research and Impact Support Portal Universiteitsbibliotheek Persvoorlichting VU

Studie

Onderwijs Studiegids Canvas Studentenbalie

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Over ons Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam