Zo kun je bijvoorbeeld van opstelling wijzigen als je van een klassikale uitleg overgaat naar activiteiten zoals kennismaking, samenwerking of discussie. Ontdek acht opstellingen in deze tip!
Traditioneel
Bij de traditionele collegebankopstelling zitten studenten in lange rijen en sta je als docent voor de groep. Deze opstelling kun je het beste gebruiken wanneer je als docent aan het woord bent en de studenten voornamelijk luisteren en aantekeningen maken. Alle studenten kunnen jou en de slides goed zien en hebben voldoende ruimte om aantekeningen te maken. Deze opstelling werkt ook goed voor het opsplitsen in groepen van twee om een vraag of casus te bespreken.
Debat
Bij een debat worden studenten gestimuleerd om vanuit het aangenomen perspectief argumenten te formuleren. Om deze leeractiviteit zo goed mogelijk uit te voeren, zitten de studenten die debatteren vooraan in de klas en kunnen alle andere studenten hen duidelijk zien. Studenten kunnen slides gebruiken om hun argumenten te ondersteunen. De studenten aan de losse tafels kunnen optreden als debatleider of notulisten.
Discussie
Discussiëren is een leeractiviteit waarbij de docent en de studenten van gedachten wisselen over een bepaald onderwerp dat eerder is behandeld. Het bevorderen en faciliteren van discussies draagt eraan bij dat studenten van elkaar leren, maar ook dat ze het college beter begrijpen en onthouden. Een opstelling waarin elke student elkaar direct kunnen zien en spreken bevordert discussies.
Kleine groepen
Bij groepswerk werken studenten in overleg samen aan een taak. Samenwerken is een cruciaal aspect van activerend onderwijs. Een meubilaire opstelling waarbij studenten in kleine groepen bij elkaar zitten, bevordert samenwerken het meest. Met kleine groepen zijn veel verschillende werkvormen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan expertgroepjes waarbij iedere tafelgroep een eigen ‘expertise’ krijgt toegewezen zoals bij de jigsaw of voor groepswerk en projecten.
Speeddaten
Laat studenten door de onderwijszaal rouleren, zodat ze inzichten over een vraag, onderwerp of pitch kunnen delen met een andere student. Dit een leuke werkvorm om een groep nieuwe studenten met elkaar kennis te laten maken. Laat de studenten om de paar minuten van partner wisselen. Deze leeractiviteit verbetert de spreekvaardigheid van de studenten, ze krijgen nieuwe perspectieven, het resulteert in een hoge mate van betrokkenheid en retentie en het is laagdrempelig. De beste opstelling voor deze activiteit is om de helft van de tafels en alle stoelen aan de zijkanten te schuiven en (hoge) tafels in het midden van het lokaal te plaatsen. Aan elke tafel kunnen twee studenten tegenover elkaar staan en ze kunnen makkelijk doorschuiven naar de volgende tafel en partner. Zorg dat je een logische opstelling hebt, zodat duidelijk is naar wie elke student in de volgende ronde moet rouleren.
De U-vorm
De U-vorm is handig wanneer je wil wisselen tussen leeractiviteiten, maar je niet de tijd of het geschikte meubilair hebt om de opstelling te veranderen. Deze opstelling is namelijk in meer of mindere mate geschikt voor een breed scala aan werkvormen. De docent is voor alle studenten zichtbaar, je kunt een klassikale discussie voeren en studenten kunnen in tweetallen samenwerken.
De cirkel
De cirkel of het kringgesprek is een goede opstelling voor kennismakingsactiviteiten en het bespreken van moeilijke onderwerpen zoals vaak onderwerp bij een Mixed-Classroom-aanpak. Aangezien studenten in een kring zitten zonder tafel, kunnen ze niets anders doen dan luisteren en deelnemen aan het gesprek. Mobieltjes, laptops en andere spullen kunnen niet ongemerkt worden gebruik. Een kringgesprek bevordert een open houding naar elkaar, een teamgevoel en inclusief denken.
Posterpresentatie
Bij posterpresentaties presenteert een student of een groepje studenten hun werk via een poster en een korte pitch. Daarna lopen de overige studenten rond en stellen ze vragen. Hierbij is het belangrijk dat de tafels niet in de weg staan, iedereen gemakkelijk kan rondlopen en alle posters en presentatoren goed te zien zijn.