Deze cursus biedt een uitgebreid overzicht van de verschillende genres vocale muziek binnen het oeuvre van Johann Sebastian Bach. Net als in de eerdere cursus over zijn instrumentale muziek, begint de verkenning bij het lutherse koraal. Dit koraal speelde een prominente rol in de lutherse kerkcantate van de 17e eeuw, meer nog dan in Bachs latere cantates voor de kerkdiensten in Leipzig. De veranderende opvattingen over de teksten voor kerkcantates hebben invloed gehad op de jonge Bach.
Het grootste deel van Bachs kerkelijke vocale muziek ontstond tijdens zijn eerste jaren in Leipzig. In deze periode componeerde hij niet alleen het merendeel van zijn kerkelijke cantates, maar ook meesterwerken zoals de Johannes-Passion, de Matthäus-Passion, en de motetten, waarbij het koraal een centrale rol speelt als een van de oudste genres in de lutherse kerkmuziek. Uit zijn latere jaren stammen het Weihnachts-Oratorium, de grote Mis in B mineur (ook wel bekend als de ‘Hohe Messe’), en vier korte missen.
Daarnaast componeerde Bach gedurende zijn loopbaan verschillende wereldlijke cantates, vaak ter ere van verjaardagen in vorstenhuizen waarmee hij verbonden was, of voor belangrijke handelaren in de welvarende stad Leipzig.
Onderwijsvorm: 10 hoorcolleges met ruimte voor vragen na afloop.
Literatuur: Gedrukte syllabus.
Studiebelasting: nihil.
Verwachte voorkennis: Kennis van het notenschrift is niet direct noodzakelijk. De docent zal ten behoeve van cursisten die noten kunnen lezen aan de hand van enkele notenvoorbeelden compositietechnieken uitleggen, maar zal deze voorbeelden ten behoeve van cursisten die het notenschrift niet machtig zijn ook laten horen.
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven