In vier extra lange hoorcolleges, geordend aan de hand van zes thema’s, komen diverse aspecten van de democratie in de oudheid aan de orde:
- Thema 1 - Pre- en protohistorie: bestond er een 'oer-democratie'? Krijgers en volksvergaderingen: de Homerische volks- of legervergadering, de Spartaanse apella, de Macedonische legervergadering, de oorspronkelijke Romeinse volksvergadering(en).
- Thema 2 - Beginnende formalisering van de volksvergadering als orgaan van 'de staat' in het Archaïsche Griekenland, de eerste demagogen en populaire tirannen, wetgevers, de voorgeschiedenis van de democratie in Athene tot het einde van de 6e eeuw v.C.
- Thema 3 - De klassieke Griekse democratie: de Atheense staatsinrichting in de 5e en 4e eeuw; democratieën buiten Athene (bijvoorbeeld Syracuse); politiek en partijstrijd, soms burgeroorlog, tussen democraten en oligarchen (bijvoorbeeld Korkyra en Athene).
- Thema 4 - Politiek en ideologie, debatten over de juiste staatsinrichting (zoals het gefingeerde debat onder de Perzische edelen bij Herodotus), theoretische verdedigers (Protagoras en anderen) en critici (Kritias en anderen) van de democratie; het ideaal van een 'gematigde democratie' (of 'oligarchie') bij Thucydides, Aristoteles en anderen. In de latere 4e en 3e eeuw: in de Griekse wereld de band tussen leger en volksvergadering verbroken, ondermijning van de klassieke democratie, praktisch einde van die democratie door toedoen van Macedonië en Rome.
- Thema 5 - De Griekse democratie in het oordeel van Plato en latere filosofen, én in het oordeel van moderne historici (18e eeuw – heden), algemeen karakter van de Griekse democratie: cultureel meestal conservatief, patriottisch en vaak militaristisch (op expansie belust, zoals in Athene en Syracuse).
- Thema 6 - De lange nadagen van de antieke democratie: de Griekse steden in de Hellenistische wereld en het Romeinse rijk, de ontwikkeling van de Romeinse volksvergadering(en), de tegenstelling Patriciërs en Plebejers. De verschillen tussen Rome als stadstaat en de Griekse polis, waarom Rome nooit een ('Griekse') democratie is geworden, Rome wordt een grote territoriale staat en een wereldrijk waarin de oorspronkelijke band tussen leger en volksvergadering in de 2e en 1e eeuw v.C. wordt doorgesneden. De rol van ‘evergetisme’ (openbaar 'weldoen') en patronaat als 'surrogaten' voor een democratie, verval en einde (6e eeuw) van de antieke democratie.
Onderwijsvorm: 6 hoorcolleges met gelegenheid tot het stellen van vragen.
Literatuur: Gedrukte syllabus en enkele hand-outs.
Studiebelasting: Ongeveer 4 uur per week.
Verwachte voorkennis: (passieve) kennis van het Engels.
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven