Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Master Leraar VHO in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Leraar VHO in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Vu Lerarenopleiding | didactiek en praktijk, toegespitst op de 21 fundamentele kernpraktijken voor het beroep leraar

Om een goede leraar te worden ontwikkel je vaardigheden die je helpen bij het overdragen van kennis, het managen van een klas vol leerlingen en het bedenken van nieuwe lesprogramma's. Daar heb je de theorie en de praktijk bij nodig, en professionele begeleiding.

Het programma van de lerarenopleidingen is zo samengesteld dat leren en lesgeven hand in hand gaan. Je hebt één dag in de week college en bij een full-time opleiding rooster je, in overleg met je stageschool, 4 tot 5 dagdelen praktijk in. Bij de deeltijdopleiding is dat 2 tot 3 dagdelen.

Didactiek en praktijk
Het studieprogramma van de master lerarenopleiding is opgedeeld in drie fases waarbij er in elke fase verschillende vakken worden gegeven rondom didactiek en praktijk. Al het onderwijs is geordend rondom 21 kernpraktijken die fundamenteel zijn voor het beroep van leraar. Deze kernpraktijken zijn tot stand gekomen in samenwerking met het voortgezet onderwijs.

Lees meer over de kernpraktijken van de VU Lerarenopleidingen.

Maak kennis met onze opleiders

Nieuwsgierig naar onze docenten en opleiders? Bekijk de profielpagina's van de medewerkers van de VU Lerarenacademie

Dit zijn je vakken en specialisaties

Didactiek (Didactiek 1, 2 en 3 – totaal 24 EC)
Het vak Didactiek bestaat uit drie onderdelen: algemene didactiek, vakdidactiek en peergroup. Bij algemene didactiek leer je wat er komt kijken bij het ontwerpen en uitvoeren van onderwijs. Je krijgt handvatten om leerlingen te motiveren, verdiept je in de ontwikkelingsfasen van jongeren en leert hoe je een veilig leerklimaat kunt scheppen. Samen met vakgenoten volg je het werkcollege Vakdidactiek waarbij belangrijke vakdidactische concepten en werkwijzen aan bod komen. 

Bij de lessen didactiek staat er elke week een nieuwe kernpraktijk centraal. Lees meer over de leerlijn van de kernpraktijken.

Praktijk (Praktijk 1, 2 en 3 – totaal 30 EC)
De opleiding vindt voor de helft plaats op een stageschool. Samen met je werkplekbegeleider werk je verder aan het ontwikkelen van de kernpraktijken die eerder die week bij het didactiek aan de orde zijn gekomen. Zo wordt direct de verbinding gelegd tussen de theorie en praktijk. Vervolgens wissel je tijdens de peergroup je ervaringen uit met je medestudenten. 

Keuzevakken (6 EC)
Elke semester is er een wisselend aanbod van keuzevakken rond relevante thema’s in het onderwijs.

Internationalisering
Voor de lerarenopleidingen zijn er beperkte mogelijkheden voor internationale uitwisseling. Neem voor meer informatie contact op met onze International Student Advisor.

Bijzonderheden per schoolvak
Per schoolvak ligt het accent op de vakdidactische vaardigheden anders. Bekijk de bijzonderheden voor jouw vakgebied:

Samenvatting

De economische vakken zijn met name bovenbouwvakken. In de onderbouw wordt in jaar 2 of jaar 3 door de meeste scholen een combinatievak van algemene economie en management en organisatie aangeboden onder de naam economie. Dit ‘kleine’ vak is er op gericht leerlingen die economische kennis bij te brengen, die ze zelf later nodig hebben om zich te kunnen redden in de maatschappij.

In de bovenbouw havo/vwo is het examenprogramma algemene economie er op gericht leerlingen met een economische bril naar de maatschappij te laten kijken. Maatschappelijk economische verschijnselen leren begrijpen, vereist echter kennis, inzicht en vaardigheden die de leerling eerst aangeleerd zal moeten krijgen. In de les worden daarom veelal concrete maatschappelijke vraagstukken behandeld en leren leerlingen hun nieuw verworven kennis en vaardigheden hierop toe te passen.

Vakdidactische bijzonderheden
De lerarenopleiding is bovenal bedoeld voor iedereen die graag een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van leerlingen. Je leert hen vanuit economisch perspectief naar bepaalde onderwerpen kijken en brengt hen kennis, inzicht en vaardigheden bij die ze later weer op andere situaties kunnen toepassen. Leerlingen aansporen actief met de verworven lesstof aan de slag te gaan, vraag een didactische aanpak die uitgaat van het eigen ontwikkelingsvermogen van leerlingen.

NB.: De universitaire lerarenopleiding onderhoudt goede banden met het werkveld, waardoor onze docenten altijd toegang hebben tot de nieuwste informatie uit het vakgebied. Hans Goudsmit, vakdidacticus economie en management & organisatie, is projectleider van het Landelijk expertisecentrum Economie en Handel

Verdieping
De student zal tijdens de opleiding bepaalde onderdelen van de (vak)didactiek verder uitdiepen. Deze verdieping bestaat uit een theoretisch gedeelte (bestuderen van literatuur) en een praktisch gedeelte (toepassing in de les).

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke toelatingseisen op het schoolvak algemene economie van toepassing zijn.

Samenvatting

De economische vakken zijn met name bovenbouwvakken. In de onderbouw wordt in jaar 2 of jaar 3 door de meeste scholen een combinatievak van algemene economie en bedrijfseconomie aangeboden onder de naam economie. Dit ‘kleine’ vak is er op gericht leerlingen die economische kennis bij te brengen, die ze zelf later nodig hebben om zich te kunnen redden in de maatschappij.

Vakdidactische bijzonderheden
De lerarenopleiding is bovenal bedoeld voor iedereen die graag een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van leerlingen. Je leert hen vanuit economisch perspectief naar bepaalde onderwerpen kijken en brengt hen kennis, inzicht en vaardigheden bij die ze later weer op andere situaties kunnen toepassen. Leerlingen aansporen actief met de verworven lesstof aan de slag te gaan, vraag een didactische aanpak die uitgaat van het eigen ontwikkelingsvermogen van leerlingen.

NB.: De universitaire lerarenopleiding onderhoudt goede banden met het werkveld, waardoor onze docenten altijd toegang hebben tot de nieuwste informatie uit het vakgebied. Hans Goudsmit, vakdidacticus economie en management & organisatie, is projectleider van het Landelijk expertisecentrum Economie en Handel

Verdieping
De student zal tijdens de opleiding bepaalde onderdelen van de (vak)didactiek verder uitdiepen. Deze verdieping bestaat uit een theoretisch gedeelte (bestuderen van literatuur) en een praktisch gedeelte (toepassing in de les).

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn. 

Samenvatting

“Geschiedenis moet verplicht worden voor alle leerlingen in het gehele voortgezet onderwijs!” Wat vind jij van deze stelling? Op dit moment maakt het vak geschiedenis in het voortgezet onderwijs deel uit van de gammavakken en vormt het in de gehele onderbouw en in de bovenbouw havo/vwo in het profiel ‘Cultuur en Maatschappij’ en ‘Economie en Maatschappij’ een verplicht vak. In de andere profielen kan het als keuzevak worden opgenomen. 

Het schoolvak geschiedenis is volop in discussie en beweging. Belangrijke doelen zijn het bijbrengen van historisch denken en redeneren. Daarbij spelen tijd (chronologie, verandering en continuïteit) interpretatie (inleving en standplaatsgebondheid, bron en vraagstelling) en de betekenis van het verleden voor de leerlingen voor nu een belangrijke rol. 

Vakdidactische bijzonderheden
Tijdens de lerarenopleiding leer je hoe je vanuit (wetenschappelijke) historische kennis en vaardigheden een didactische vertaalslag kunt maken naar leerlingen in de leeftijd van 12-18 jaar. Je leert hen hoe zij kritisch kunnen omgaan met tekst- en beeldbronnen, historische interpretatie en historisch denken en redeneren. Ook besteden we in de opleiding aandacht aan ‘verhalen vertellen’ en activerende didactiek waarin het werken met beeldbronnen, spotprenten en het werken met verschillende werkvormen vanuit “Actief Historisch denken” in naar voren komen.

Verdieping
Er is een keuze mogelijk uit verschillende thema’s, waaronder omgaan met maatschappelijke controverses in de klas, ICT en blended learning, vernieuwend onderwijs of onderzoekend leren. 

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn.

Samenvatting

Aardrijkskunde is een populair keuzevak in de bovenbouw havo/vwo. Vooral bij de profielen ‘Cultuur en Maatschappij’ en ‘Economie en Maatschappij’.

Vakdidactische bijzonderheden
Als docent aardrijkskunde leer je leerlingen kritisch te kijken naar hun eigen leefomgeving en ze meer te laten zien dan hen in eerste instantie opvalt. Je leert ze de ‘geografische bril’ opzetten: ‘Wat zie ik eigenlijk allemaal? Waar zie ik het? Waarom ziet ik dit hier? Is dit elders ook zo? Wat vind ik ervan?’
Leerlingen bouwen aan zicht op en begrip van de sociaal geografische wereld en de fysisch geografische aarde. De raakvlakken hiertussen, de wederzijdse invloed tussen mens en aarde, komt hierbij uitgebreid aan bod. Een belangrijk onderdeel van leren van aardrijkskunde is het leren omgaan met bronnen als kaarten, foto’s en artikelen.

Als afgestudeerde van de Leraar VHO Aardrijkskunde ben je ook bevoegd om het bètakeuzevak NLT (Natuur, Leven en Technologie) te geven.

Verdieping
Een bijzonder onderdeel is het 3-daags veldwerk in Orvelte in het voorjaar. Je leert hier wat veldwerk inhoudt en hoe je dit kunt organiseren voor leerlingen. Dit onderdeel voer je uit in samenwerking met eerstegraads docenten-in-opleiding aardrijkskunde van andere universiteiten in Nederland.

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke toelatingseisen voor het schoolvak aardrijkskunde van toepassing zijn.

Samenvatting

Je krijgt een dubbele bevoegdheid in zowel het vak Maatschappijleer als Maatschappijwetenschappen. Bovendien zien we ook dat bij de toegenomen aandacht voor burgerschap ook deze rol vaak vervuld wordt door de docent Maatschappijleer/wetenschappen.

Maatschappijleer is een verplicht vak voor alle leerlingen en wordt afgesloten met een schoolexamen dat in het combinatiecijfer meetelt voor het examen. Uitgangspunt is hierbij wat het betekent om burger van Nederland te zijn. De domeinen Rechtsstaat, Parlementaire Democratie, Pluriforme Samenleving en Verzorgingsstaat staan daarbij centraal.

Maatschappijwetenschappen is een keuzeprofielvak en wordt aangeboden op ongeveer 35% van de scholen voor voortgezet onderwijs, waarbij elk jaar een lichte groei van dat percentage te zien is. Op de scholen is het een zeer gewaardeerd vak en vooral de aansluiting met de vervolgopleidingen is sterk. Bijna de helft van alle leerlingen (dus niet alleen MAW) kiest voor een vervolgopleiding in de Gedrag- en Maatschappijwetenschappen.

Vakdidactische bijzonderheden
Beide vakken, maatschappijwetenschappen en maatschappijleer, bestrijken de volle breedte van de sociale wetenschappen; met als kern politicologie, sociologie, beleidswetenschap en bestuurskunde. Verder bevatten de vakken elementen uit de culturele antropologie, de sociale psychologie en rechtsgeleerdheid. Bij het vak maatschappijwetenschappen leren leerlingen met behulp van de zogenaamde kernconcepten de maatschappij te analyseren. Als rode draad lopen daarbij onderzoeksvaardigheden en actualiteit door het programma heen.

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn. 

Stageplaatsen
Stages voor de lerarenopleiding worden geregeld door de VU. Als er teveel aanmeldingen binnenkomen voor het reguliere traject (stage-variant), ontvangen de betreffende studenten zo snel mogelijk na aanmelding bericht over de sollicitatieprocedure voor de beschikbare stageplaatsen.

Samenvatting

Binnen het vak kan een accent worden gelegd op het bestuderen van godsdienstige en levensbeschouwelijke vragen en antwoorden. Als docent krijg je te maken met afgenomen institutionele godsdienstigheid en wat dat voor de kennis en interesse van de leerlingen betekent. Het accent kan ook juist liggen op het ruime terrein van alles wat als levensbeschouwelijke vorming kan gelden. Het is dan belangrijk de grenzen van het vak te leren kennen. Voor beide benaderingen geldt dat leerlingen het vak zeer kunnen waarderen. Bij de colleges maken de studenten daarom kennis met een grote verscheidenheid aan werkvormen.

Vakdidactische bijzonderheden
Tijdens de lerarenopleiding gaan we onder andere in op het fenomeen ‘leven in een beeldcultuur’ met aandacht voor de verschillende heilige boeken. Ook gaan we in op de vraag hoe je de ‘grond van het bestaan’ ter sprake brengt onder leerlingen van 12-18 jaar en besteden we  aandacht aan het onderdeel toetsen. Maar ook het voorbereiden van een excursie is een programmaonderdeel.

Verdieping
Er zijn geen speciaal voor studenten godsdienst/levensbeschouwing verplichte activiteiten. Maar wie een accent legt op dialoog en interculturaliteit binnen het vak kan in de keuzemodule multiculturaliteit een zinnige verdieping vinden.

Toelatingseisen
Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn.

  • Leraar algemene economie

    Samenvatting

    De economische vakken zijn met name bovenbouwvakken. In de onderbouw wordt in jaar 2 of jaar 3 door de meeste scholen een combinatievak van algemene economie en management en organisatie aangeboden onder de naam economie. Dit ‘kleine’ vak is er op gericht leerlingen die economische kennis bij te brengen, die ze zelf later nodig hebben om zich te kunnen redden in de maatschappij.

    In de bovenbouw havo/vwo is het examenprogramma algemene economie er op gericht leerlingen met een economische bril naar de maatschappij te laten kijken. Maatschappelijk economische verschijnselen leren begrijpen, vereist echter kennis, inzicht en vaardigheden die de leerling eerst aangeleerd zal moeten krijgen. In de les worden daarom veelal concrete maatschappelijke vraagstukken behandeld en leren leerlingen hun nieuw verworven kennis en vaardigheden hierop toe te passen.

    Vakdidactische bijzonderheden
    De lerarenopleiding is bovenal bedoeld voor iedereen die graag een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van leerlingen. Je leert hen vanuit economisch perspectief naar bepaalde onderwerpen kijken en brengt hen kennis, inzicht en vaardigheden bij die ze later weer op andere situaties kunnen toepassen. Leerlingen aansporen actief met de verworven lesstof aan de slag te gaan, vraag een didactische aanpak die uitgaat van het eigen ontwikkelingsvermogen van leerlingen.

    NB.: De universitaire lerarenopleiding onderhoudt goede banden met het werkveld, waardoor onze docenten altijd toegang hebben tot de nieuwste informatie uit het vakgebied. Hans Goudsmit, vakdidacticus economie en management & organisatie, is projectleider van het Landelijk expertisecentrum Economie en Handel

    Verdieping
    De student zal tijdens de opleiding bepaalde onderdelen van de (vak)didactiek verder uitdiepen. Deze verdieping bestaat uit een theoretisch gedeelte (bestuderen van literatuur) en een praktisch gedeelte (toepassing in de les).

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke toelatingseisen op het schoolvak algemene economie van toepassing zijn.

  • Leraar bedrijfseconomie

    Samenvatting

    De economische vakken zijn met name bovenbouwvakken. In de onderbouw wordt in jaar 2 of jaar 3 door de meeste scholen een combinatievak van algemene economie en bedrijfseconomie aangeboden onder de naam economie. Dit ‘kleine’ vak is er op gericht leerlingen die economische kennis bij te brengen, die ze zelf later nodig hebben om zich te kunnen redden in de maatschappij.

    Vakdidactische bijzonderheden
    De lerarenopleiding is bovenal bedoeld voor iedereen die graag een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van leerlingen. Je leert hen vanuit economisch perspectief naar bepaalde onderwerpen kijken en brengt hen kennis, inzicht en vaardigheden bij die ze later weer op andere situaties kunnen toepassen. Leerlingen aansporen actief met de verworven lesstof aan de slag te gaan, vraag een didactische aanpak die uitgaat van het eigen ontwikkelingsvermogen van leerlingen.

    NB.: De universitaire lerarenopleiding onderhoudt goede banden met het werkveld, waardoor onze docenten altijd toegang hebben tot de nieuwste informatie uit het vakgebied. Hans Goudsmit, vakdidacticus economie en management & organisatie, is projectleider van het Landelijk expertisecentrum Economie en Handel

    Verdieping
    De student zal tijdens de opleiding bepaalde onderdelen van de (vak)didactiek verder uitdiepen. Deze verdieping bestaat uit een theoretisch gedeelte (bestuderen van literatuur) en een praktisch gedeelte (toepassing in de les).

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn. 

  • Leraar geschiedenis

    Samenvatting

    “Geschiedenis moet verplicht worden voor alle leerlingen in het gehele voortgezet onderwijs!” Wat vind jij van deze stelling? Op dit moment maakt het vak geschiedenis in het voortgezet onderwijs deel uit van de gammavakken en vormt het in de gehele onderbouw en in de bovenbouw havo/vwo in het profiel ‘Cultuur en Maatschappij’ en ‘Economie en Maatschappij’ een verplicht vak. In de andere profielen kan het als keuzevak worden opgenomen. 

    Het schoolvak geschiedenis is volop in discussie en beweging. Belangrijke doelen zijn het bijbrengen van historisch denken en redeneren. Daarbij spelen tijd (chronologie, verandering en continuïteit) interpretatie (inleving en standplaatsgebondheid, bron en vraagstelling) en de betekenis van het verleden voor de leerlingen voor nu een belangrijke rol. 

    Vakdidactische bijzonderheden
    Tijdens de lerarenopleiding leer je hoe je vanuit (wetenschappelijke) historische kennis en vaardigheden een didactische vertaalslag kunt maken naar leerlingen in de leeftijd van 12-18 jaar. Je leert hen hoe zij kritisch kunnen omgaan met tekst- en beeldbronnen, historische interpretatie en historisch denken en redeneren. Ook besteden we in de opleiding aandacht aan ‘verhalen vertellen’ en activerende didactiek waarin het werken met beeldbronnen, spotprenten en het werken met verschillende werkvormen vanuit “Actief Historisch denken” in naar voren komen.

    Verdieping
    Er is een keuze mogelijk uit verschillende thema’s, waaronder omgaan met maatschappelijke controverses in de klas, ICT en blended learning, vernieuwend onderwijs of onderzoekend leren. 

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn.

  • Leraar aardrijkskunde

    Samenvatting

    Aardrijkskunde is een populair keuzevak in de bovenbouw havo/vwo. Vooral bij de profielen ‘Cultuur en Maatschappij’ en ‘Economie en Maatschappij’.

    Vakdidactische bijzonderheden
    Als docent aardrijkskunde leer je leerlingen kritisch te kijken naar hun eigen leefomgeving en ze meer te laten zien dan hen in eerste instantie opvalt. Je leert ze de ‘geografische bril’ opzetten: ‘Wat zie ik eigenlijk allemaal? Waar zie ik het? Waarom ziet ik dit hier? Is dit elders ook zo? Wat vind ik ervan?’
    Leerlingen bouwen aan zicht op en begrip van de sociaal geografische wereld en de fysisch geografische aarde. De raakvlakken hiertussen, de wederzijdse invloed tussen mens en aarde, komt hierbij uitgebreid aan bod. Een belangrijk onderdeel van leren van aardrijkskunde is het leren omgaan met bronnen als kaarten, foto’s en artikelen.

    Als afgestudeerde van de Leraar VHO Aardrijkskunde ben je ook bevoegd om het bètakeuzevak NLT (Natuur, Leven en Technologie) te geven.

    Verdieping
    Een bijzonder onderdeel is het 3-daags veldwerk in Orvelte in het voorjaar. Je leert hier wat veldwerk inhoudt en hoe je dit kunt organiseren voor leerlingen. Dit onderdeel voer je uit in samenwerking met eerstegraads docenten-in-opleiding aardrijkskunde van andere universiteiten in Nederland.

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke toelatingseisen voor het schoolvak aardrijkskunde van toepassing zijn.

  • Leraar Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen

    Samenvatting

    Je krijgt een dubbele bevoegdheid in zowel het vak Maatschappijleer als Maatschappijwetenschappen. Bovendien zien we ook dat bij de toegenomen aandacht voor burgerschap ook deze rol vaak vervuld wordt door de docent Maatschappijleer/wetenschappen.

    Maatschappijleer is een verplicht vak voor alle leerlingen en wordt afgesloten met een schoolexamen dat in het combinatiecijfer meetelt voor het examen. Uitgangspunt is hierbij wat het betekent om burger van Nederland te zijn. De domeinen Rechtsstaat, Parlementaire Democratie, Pluriforme Samenleving en Verzorgingsstaat staan daarbij centraal.

    Maatschappijwetenschappen is een keuzeprofielvak en wordt aangeboden op ongeveer 35% van de scholen voor voortgezet onderwijs, waarbij elk jaar een lichte groei van dat percentage te zien is. Op de scholen is het een zeer gewaardeerd vak en vooral de aansluiting met de vervolgopleidingen is sterk. Bijna de helft van alle leerlingen (dus niet alleen MAW) kiest voor een vervolgopleiding in de Gedrag- en Maatschappijwetenschappen.

    Vakdidactische bijzonderheden
    Beide vakken, maatschappijwetenschappen en maatschappijleer, bestrijken de volle breedte van de sociale wetenschappen; met als kern politicologie, sociologie, beleidswetenschap en bestuurskunde. Verder bevatten de vakken elementen uit de culturele antropologie, de sociale psychologie en rechtsgeleerdheid. Bij het vak maatschappijwetenschappen leren leerlingen met behulp van de zogenaamde kernconcepten de maatschappij te analyseren. Als rode draad lopen daarbij onderzoeksvaardigheden en actualiteit door het programma heen.

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn. 

    Stageplaatsen
    Stages voor de lerarenopleiding worden geregeld door de VU. Als er teveel aanmeldingen binnenkomen voor het reguliere traject (stage-variant), ontvangen de betreffende studenten zo snel mogelijk na aanmelding bericht over de sollicitatieprocedure voor de beschikbare stageplaatsen.

  • Leraar godsdienst/levensbeschouwing

    Samenvatting

    Binnen het vak kan een accent worden gelegd op het bestuderen van godsdienstige en levensbeschouwelijke vragen en antwoorden. Als docent krijg je te maken met afgenomen institutionele godsdienstigheid en wat dat voor de kennis en interesse van de leerlingen betekent. Het accent kan ook juist liggen op het ruime terrein van alles wat als levensbeschouwelijke vorming kan gelden. Het is dan belangrijk de grenzen van het vak te leren kennen. Voor beide benaderingen geldt dat leerlingen het vak zeer kunnen waarderen. Bij de colleges maken de studenten daarom kennis met een grote verscheidenheid aan werkvormen.

    Vakdidactische bijzonderheden
    Tijdens de lerarenopleiding gaan we onder andere in op het fenomeen ‘leven in een beeldcultuur’ met aandacht voor de verschillende heilige boeken. Ook gaan we in op de vraag hoe je de ‘grond van het bestaan’ ter sprake brengt onder leerlingen van 12-18 jaar en besteden we  aandacht aan het onderdeel toetsen. Maar ook het voorbereiden van een excursie is een programmaonderdeel.

    Verdieping
    Er zijn geen speciaal voor studenten godsdienst/levensbeschouwing verplichte activiteiten. Maar wie een accent legt op dialoog en interculturaliteit binnen het vak kan in de keuzemodule multiculturaliteit een zinnige verdieping vinden.

    Toelatingseisen
    Dit schoolvak heeft specifieke toelatingseisen. Kijk onder 'Toelating' welke specifieke toelatingseisen van toepassing zijn.

Rollen en competenties

Als beginnend docent is praktijkervaring cruciaal. In de masteropleiding Leraar voorbereidend hoger onderwijs aan de VU leer je hoe je stevig in je schoenen komt te staan. Leraar word je namelijk niet zomaar. Boeiend en inspirerend onderwijs verzorgen voor verschillende leerlingen, moet je leren. Daarom zijn er voor onze masteropleidingen vier rollen ontwikkeld.

Professional

Als je met leerlingen werkt, maak je voortdurend keuzes. Moet je reageren of juist niet? Geef je dit voorbeeld of kies je iets anders? Een deel van die keuzes kun je voorbereiden, maar je moet ook vaak in een split second reageren. Is dat dan ook de meest effectieve reactie? En wat maakt eigenlijk dat je op die manier reageert? Zijn er andere mogelijkheden, andere perspectieven? Door regelmatig, samen met anderen, bij dit soort vragen stil te staan, leer je het meest van je praktijkervaringen. Daarnaast heb je, zeker als universitair opgeleide leraar een rol in het verder ontwikkelen van het onderwijs. Dat betekent zoeken naar nieuwe inzichten en nieuwe handelingsmogelijkheden, je voeden met wetenschappelijke inzichten en deze toetsen aan de eigen praktijk. Zoeken, onderzoeken en delen, vormen de kern van deze rol.

Ontwerper

Het ontwerpen van onderwijs is een dagelijkse bezigheid voor een docent. Het repertoire dat je tot je beschikking hebt om lessen te ontwerpen en weloverwogen keuzes te maken, breid je steeds verder uit. Door reflectie op je ervaringen in de praktijk, door kennismaking met de theorie en door uitwisseling met collega’s en medestudenten, krijg je nieuwe inzichten. Terugkerende vragen daarbij zijn: wat moeten leerlingen weten of kunnen aan het eind van mijn les(sen)? Bij welke onderwerpen kan ik bij aansluiten? Welke activiteiten kies ik? Hoe weet ik of doelen bereikt zijn?

Uitvoerder

Een op papier ontworpen lesplan moet in de praktijk tot leven komen. Aan de docent de taak de voorwaarden te scheppen waaronder leerlingen kunnen leren. Belangrijke thema’s daarbij zijn: contact maken, leiding geven en het organiseren en begeleiden van het leerproces. Je wordt je bewust van patronen in jouw manier van communiceren en (h)erkent het effect hiervan op de leerlingen.

Pedagoog

In de rol van pedagoog stimuleer je leerlingen bij hun verdere ontwikkeling als persoon en het werken aan de eigen identiteit. In deze rol ben je vooral een voorbeeld voor je leerlingen. Je bent iemand met een eigen identiteit die keuzes maakt in de omgang met leerlingen, collega’s en ouders. Keuzes die gestuurd worden door jouw normen en waarden, jouw opvattingen over wat goed is, wat je vindt dat hoort en wat jij belangrijk vindt. Zelfkennis en je kunnen inleven in je leerlingen in deze specifieke leeftijdsfase, zijn cruciale eigenschappen om deze rol naar behoren te kunnen vervullen.

Onderscheid en inzicht   

Bij elke rol gaat het om het gedrag dat van jou als docent verwacht wordt in een bepaalde situatie. Bij het ontwerpen van je lessen, doe je andere dingen en denk je over andere zaken na dan wanneer je met je leerlingen aan het werk bent. Natuurlijk kun je de rollen niet strikt scheiden, maar het helpt wel om ze te onderscheiden, om zicht te krijgen op de verschillende functies die een leraar heeft, en al die handelingen waarover je als docent moet nadenken.

Landelijke competenties

Om het docentschap in de verschillende rollen goed te kunnen vervullen moet je dus over een breed scala aan competenties beschikken. Voor het beroep van leraar zijn daar landelijk afspraken over gemaakt. Deze landelijke competenties zijn opgedeeld in kennis, vaardigheden, motivatie en persoonskenmerken. Om startbekwaam te zijn als docent - het doel van de lerarenopleiding - moet je aantoonbaar over deze competenties beschikken en kunnen laten zien dat je de vier rollen voldoende in de praktijk kunt brengen.

Waarom aan de VU?

  • Stevige vakdidactische basis
    In de opleiding besteed je veel aandacht aan vakdidactiek. Je wordt opgeleid tot een professional die op verantwoorde wijze wetenschappelijke (vak)kennis bereikbaar maakt voor leerlingen.
  • Praktijkgerichte aanpak
    De vakdidactici van de masteropleiding hebben zelf veel ervaring in het lesgeven en zijn ook betrokken bij onderwijsvernieuwingen. Ze hebben aandacht voor jouw persoonlijke wensen en je kijkt samen naar wat jij nodig hebt om een inspirerende leraar te worden.
  • Helder programma gericht op jouw ontwikkeling
    De opleiding biedt een helder en samenhangend programma. Je persoonlijke ontwikkeling staat centraal. Je houdt een digitaal portfolio bij en bespreekt regelmatig met je medestudenten en met je mentor je (les)ervaringen. Voor wie al ervaring heeft als docent zijn er vrijstellingen mogelijk op basis van EVC's (eerder verworven competenties).
  • Kleinschalig en persoonlijk
    De opleiding is kleinschalig en de lijnen zijn kort. Hierdoor is het altijd duidelijk wie je kunt aanschieten voor hulp of informatie. Je krijgt persoonlijke aandacht van je docenten en kunt bij hen terecht met al je vragen. 

En zo zijn er nog 10 pluspunten!

Meer weten?

  • Meer informatie over de opleiding Leraar VHO in de Mens- en Maatschappijwetenschappen en de specifieke schoolvakken vind je in de studiegids
  • Tijdens de informatiebijeenkomsten kun je kennismaken met de VU en krijg je de gelegenheid om onze docenten vragen te stellen. 
  • Je kunt ook met een student mee naar college. Stuur een email naar lerarenopleidingen@vu.nl om je hiervoor aan te melden.

Verander je toekomst met de studie Leraar VHO in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Verander je toekomst met de studie Leraar VHO in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Ontdek je toekomstperspectief

Snel navigeren website Universitaire Lerarenopleidingen

Contact opnemen

Vragen over de Universitaire Lerarenopleidingen? Ons telefonisch spreekuur is op maandag & donderdag van 10.00 - 12.00 uur via 020-5989210

Of e-mail ons via lerarenopleidingen@vu.nl.

Direct naar

Onderzoek Research and Impact Support Portal Universiteitsbibliotheek Persvoorlichting VU

Studie

Onderwijs Studiegids Canvas Studentenbalie

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Over ons Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam