Als beginnend docent is praktijkervaring cruciaal. In de masteropleiding Leraar voorbereidend hoger onderwijs aan de VU leer je hoe je stevig in je schoenen komt te staan. Leraar word je namelijk niet zomaar. Boeiend en inspirerend onderwijs verzorgen voor verschillende leerlingen, moet je leren. Daarom zijn er voor onze masteropleidingen vier rollen ontwikkeld.
Professional
Als je met leerlingen werkt, maak je voortdurend keuzes. Moet je reageren of juist niet? Geef je dit voorbeeld of kies je iets anders? Een deel van die keuzes kun je voorbereiden, maar je moet ook vaak in een split second reageren. Is dat dan ook de meest effectieve reactie? En wat maakt eigenlijk dat je op die manier reageert? Zijn er andere mogelijkheden, andere perspectieven? Door regelmatig, samen met anderen, bij dit soort vragen stil te staan, leer je het meest van je praktijkervaringen. Daarnaast heb je, zeker als universitair opgeleide leraar een rol in het verder ontwikkelen van het onderwijs. Dat betekent zoeken naar nieuwe inzichten en nieuwe handelingsmogelijkheden, je voeden met wetenschappelijke inzichten en deze toetsen aan de eigen praktijk. Zoeken, onderzoeken en delen, vormen de kern van deze rol.
Ontwerper
Het ontwerpen van onderwijs is een dagelijkse bezigheid voor een docent. Het repertoire dat je tot je beschikking hebt om lessen te ontwerpen en weloverwogen keuzes te maken, breid je steeds verder uit. Door reflectie op je ervaringen in de praktijk, door kennismaking met de theorie en door uitwisseling met collega’s en medestudenten, krijg je nieuwe inzichten. Terugkerende vragen daarbij zijn: wat moeten leerlingen weten of kunnen aan het eind van mijn les(sen)? Bij welke onderwerpen kan ik bij aansluiten? Welke activiteiten kies ik? Hoe weet ik of doelen bereikt zijn?
Uitvoerder
Een op papier ontworpen lesplan moet in de praktijk tot leven komen. Aan de docent de taak de voorwaarden te scheppen waaronder leerlingen kunnen leren. Belangrijke thema’s daarbij zijn: contact maken, leiding geven en het organiseren en begeleiden van het leerproces. Je wordt je bewust van patronen in jouw manier van communiceren en (h)erkent het effect hiervan op de leerlingen.
Pedagoog
In de rol van pedagoog stimuleer je leerlingen bij hun verdere ontwikkeling als persoon en het werken aan de eigen identiteit. In deze rol ben je vooral een voorbeeld voor je leerlingen. Je bent iemand met een eigen identiteit die keuzes maakt in de omgang met leerlingen, collega’s en ouders. Keuzes die gestuurd worden door jouw normen en waarden, jouw opvattingen over wat goed is, wat je vindt dat hoort en wat jij belangrijk vindt. Zelfkennis en je kunnen inleven in je leerlingen in deze specifieke leeftijdsfase, zijn cruciale eigenschappen om deze rol naar behoren te kunnen vervullen.
Onderscheid en inzicht
Bij elke rol gaat het om het gedrag dat van jou als docent verwacht wordt in een bepaalde situatie. Bij het ontwerpen van je lessen, doe je andere dingen en denk je over andere zaken na dan wanneer je met je leerlingen aan het werk bent. Natuurlijk kun je de rollen niet strikt scheiden, maar het helpt wel om ze te onderscheiden, om zicht te krijgen op de verschillende functies die een leraar heeft, en al die handelingen waarover je als docent moet nadenken.
Landelijke competenties
Om het docentschap in de verschillende rollen goed te kunnen vervullen moet je dus over een breed scala aan competenties beschikken. Voor het beroep van leraar zijn daar landelijk afspraken over gemaakt. Deze landelijke competenties zijn opgedeeld in kennis, vaardigheden, motivatie en persoonskenmerken. Om startbekwaam te zijn als docent - het doel van de lerarenopleiding - moet je aantoonbaar over deze competenties beschikken en kunnen laten zien dat je de vier rollen voldoende in de praktijk kunt brengen.