De minor is interreligieus en start daarom met een cursus over de verschillende religies en levensbeschouwingen. Met die inzichten leer je omgaan met mensen die anders geloven en handelen.
Daarna krijg je inzicht in drie clusters van levensvragen, waarbij je leert op welke manier geestelijk verzorgers mensen kunnen bijstaan: vragen rondom dood en rouwverwerking, vragen rondom seksualiteit en genderidentiteit en vragen rondom psychische stoornissen. In elk van deze clusters kunnen mensen vastlopen en op zoek zijn naar een weg vooruit, naar zingeving in hun leven of naar houvast in de bronnen van hun religie of levensbeschouwing.
De minor sluit af met een vak over communicatie in deze kwetsbare situaties, zowel met woorden als met rituelen en stiltes. Je leert luisteren naar wat gezegd en niet gezegd wordt, en je leert spreken met mensen vanuit hun overtuigingen.