Studietips

• Hoe kan ik me beter concentreren?

  1. Bereid je voor op een studeersessie: zorg dat je evt artikelen geprint hebt, je boek op tafel, dat je laptop werkt, wifi het doet, enz. Zo ben je geen kostbare tijd kwijt met dit nog regelen.
  2. Studeer niet te lang achter elkaar (max. 45-60 min achter elkaar). Zet een wekker. Neem regelmatig pauze (10 min na elke studeersessie + na elke 2 uur een langere pauze van 30 min).
  3. Zorg voor prettige studeeromstandigheden: een goed bureau en fijne stoel, helder licht, een niet te warme en niet te koude leerplek, niet teveel omgevingslawaai of andere afleidingen, geen rommel in het oog, etc.
  4. Tijdens de studeersessies niet op social media en mobiel kijken: zet deze uit/leg weg. Dit mag alleen tijdens de pauze of na afloop.
  5. Leg een schrijfblok op je bureau: wanneer je gedachten afdwalen noteer je deze om later verder over na te denken (tijdens pauze of vrije tijd).
  6. Wanneer je merkt dat je concentratie afneemt, forceer jezelf dan niet maar neem even pauze. Of wissel van studiewijze (stop bijv. even met het lezen van het boek en ga opdrachten maken). 
  7. Zorg voor voldoende nachtrust en drink en eet genoeg. Tijdens het slapen verwerken je hersenen de geleerde stof en wordt het vastgezet in je geheugen. 
  8. Beloon jezelf met iets leuks na een studeersessie. Bijvoorbeeld; een aflevering kijken van een leuke serie, iets lekkers koken of een rondje hardlopen. Wissel studie dus af met vrije tijd.
  9. Vraag anderen je te overhoren over de geleerde stof. Zij stellen vaak andere vragen dan je zelf zou doen en zo krijg je een goed beeld van wat je nog aan kennis mist. 
  10. Studeer indien je dat prettig vindt (online) samen met anderen. Als je dezelfde stof leert kun je elkaar aan het eind van de dag overhoren (zie ook tip 9).
  11. Zie studeren als werken: zorg voor een vast ritme en houd je hieraan. 

• Hoe kan ik een goede planning maken?

  1. Maak per vak een overzicht van wat je allemaal moet leren en plaats dit in een schema met de tijd tot aan het tentamen. Plan voor elke studiedag in wat je die dag gaat doen zodat je 1 of 2 dagen vóór het tentamen alles hebt behandeld. Alles op de dag voor het tentamen leren is te veel, je hersenen kunnen niet alles in zo korte tijd onthouden. 
  2. Plan de dag voor het tentamen een herhaaldag in waarop je alle geleerde stof nog eens kort doorneemt. Als het goed is zul je die dag niks nieuws meer lezen.
  3. Beweeg tijdens de pauzes: loop bijv. een rondje buiten of ga een aantal keer de trap op en af.
  4. Wees niet boos op jezelf als je een slechte dag hebt en het na herhaaldelijk proberen maar niet lukt. Stop met studeren en begin de dag erna fris opnieuw. Slechte dagen horen erbij.
  5. Ken jezelf: als jij ’s avonds helderder bent dan overdag, studeer dan op dat moment. Ga voor jezelf na wat voor jou werkt en breng daarin een vast ritme aan.
  6. Houd je gewone studieritme aan: begin je normaal gesproken om 9.00 uur met studeren? Hou dat dan vast. Dat zorgt voor structuur. Maak duidelijk een einde aan de studiedag. Je studeert het effectiefst wanneer je ritme houdt, genoeg uren slaapt ’s nachts en hierdoor overdag uitgerust bent.
  7. Maak een planning voor de volgende dag; wat niet af komt, plan je nogmaals in, zo bewaak je een gezonde werkdruk. 

• Hoe stel ik duidelijke doelen en taken?

  1. Stel jezelf haalbare doelen. Als je teveel van jezelf eist lukt het niet om deze te behalen. Onderscheid hoofd- en bijzaken in de leerstof.
  2. Bekijk voor je begint met studeren wat je vandaag allemaal gaat doen. Vink af wat je gedaan hebt (to do list). 
  3. Start met kleine taakjes (deel grote projecten op in subtaken). Hoe eet je een olifant? Hapje voor hapje. 
  4. Wissel wijze van studeren af. Begin bijvoorbeeld met het lezen van een hoofdstuk uit het boek (30 min), waarna je de rest van de sessie aantekeningen maakt over wat je hebt gelezen (15 min). Na een pauze van 10 min overhoor je jezelf door vragen te stellen over de zojuist bestudeerde stof (20 min), waarna je een paar oefenvragen uit een oud tentamen maakt (25 min), enz. 

• Hoe deel ik efficient mijn tijd in en blijf ik voldoende in beweging?

  Zorg voor voldoende afwisseling in je werkhouding en beweeg regelmatig. Let op signalen van overbelasting, zoals stijfheid, (spier)pijn, een verdoofd gevoel of tintelingen. Probeer die verschijnselen te voorkomen door regelmatig te pauzeren en van houding te wisselen:

  • Sta op en loop rond zodra dat kan
  • Bel medestudenten op in plaats van een mail te sturen
  • Pak elk half uur wat te drinken of een stuk fruit
  • Gebruik voor telefoongesprekken een headset, dat kunnen ook de oortjes van je mobiele telefoon zijn 
  • Beweeg ongeveer elke 30 minuten door bijvoorbeeld gebruik te maken van het ‘scherdertje’
  • Plan ruime onderbrekingen tussen (video)gesprekken 
  • Stukken lezen? Ga op de bank zitten of loop een stukje
  • Probeer verschillende soorten werkzaamheden over de dag te spreiden. Wissel intensief beeldschermwerk af met een activiteit waarbij je even kunt rondlopen.
  • Plan je lichaamsbeweging: maak een lunchwandeling, ga een rondje hardlopen, wandelen, dansen, doe yoga of volg een workout van het VU sportcentrum.
  • Doe bijvoorbeeld deze oefeningen op je werkplek.

  Pomodorotechniek

  Probeer eens te werken met de Pomodorotechniek. Hierin worden werk en pauzemomenten bepaald door een kookwekker. Deze techniek kan helpen om beter te kunnen concentreren. Het proberen waard dus!
  
  Stap 1: Besluit wat je wil doen of leren
  Stap 2: Stel je wekker in op 25 minuten
  Stap 3: Werk aan je taak tot de wekker gaat
  Stap 4: Neem een pauze van 5 minuten
  Stap 5: Na elke vierde studieblok van 25 minuten, neem je een pauze van een half uur

• Hoe richt ik mijn studieplek goed in?

  Maak een studieplek waar je alleen studeert, pauzeren of ontspannen doe je op een andere plek. Studeren op de bank of in bed is daarom niet aan te raden. Kies voor een rustige plek waar je ongestoord kunt werken als dat kan. Zorg dat er geen direct licht op je beeldscherm valt en dat je niet direct tegen het (zon)licht inkijkt.

  Daarnaast is het belangrijk dat je je laptop zo positioneert om een goed postuur te behouden en klachten te vermijden. Je beeldschermplek kan je inrichten in 10 stappen:

  • Zet je voeten stevig op de grond
  • Plaats je benen in een hoek van 90 graden
  • Houd een vuist ruimte tussen de voorkant van de zitting en je knieholte
  • Zorg voor goede steun in de onderrug
  • Zorg dat de armsteunen je onderarmen ondersteunen, terwijl je schouders ontspannen zijn
  • De tafelhoogte bevindt zich net onder de armsteunen. Plaats het beeldscherm op armlengte recht voor je. Plaats de bovenrand op ooghoogte. Geen laptopstandaard? Gebruik een krat of een stapel boeken. Gebruik dan ook een los toetsenbord en muis als je die hebt.
  • Plaats de muis en het toetsenbord (pootjes ingeklapt) zo dicht mogelijk bij je lichaam zodat je niet hoeft te reiken
  • Maak ter afwisseling eventueel gebruik van functietoetsen (bijvoorbeeld Alt-Tab om tussen vensters te wisselen en Page Up en Page Down om door een document te scrollen)
  • Als je moet schrijven of lezen van papier, doe dat dan aan een tafel die 4-5 cm. hoger is

  Bekijk hier een voorbeeld van een werkplekinrichting.

• Hoe studeer ik het beste thuis?

  Goede balans tussen werk en privé

  Zorg voor een goede balans tussen werk- en privétaken: vooral bij thuis studeren ligt de verleiding op de loer dat je bijvoorbeeld huiselijke taken tussendoor doet of iets anders met je huisgenoten gaat doen. Het concentratievermogen neemt door afleiding en onderbreking snel af. Het blijkt telkens ongeveer acht minuten te kosten voor je weer op hetzelfde concentratieniveau terugkeert. 

  Overleg met je huisgenoten

  Deel je je ruimte met een ander? Praat dan met elkaar, maak samen afspraken zodat jullie zo goed mogelijk samen gebruik kunnen maken van dezelfde ruimte. Geef elkaar de ruimte om je af te zonderen of even alleen te zijn. Of ga juist samen met elkaar pauzeren. Bekijk of je de ruimte die je hebt enigszins kan verdelen in werkplek van ‘jou’ en van ‘de ander’.  

  Duidelijke doelen en taken

  Op de campus zie je wat medestudenten doen, wat zij afleveren en wanneer zij aankomen en vertrekken. Thuis heb je dat niet. Zorg dat je voor jezelf duidelijke doelen en taken opstelt, maak onderscheid tussen ‘regulier’ en ‘noodzakelijk’, en baken je tijd af. Zoek indien nodig contact met je studieadviseur als je hier hulp bij nodig hebt.

Meer over studeren