This course is also available in English.
Dit leertraject draait om een curriculumverbetering die je invoert bij je eigen opleiding of faculteit. Het SKO-programma is gericht op hoe je dit procesmatig leidt en hoe je de verbetering theoretisch onderbouwt.
Je wordt geacht vanaf het begin van het programma deze vijf rollen te vervullen: curriculumontwikkelaar, docentbegeleider, organisator van vernieuwing, verbinder tussen medewerkers en afdeling en onderwijskundig visionair.
We werken volgens de vier fases in het SIE-model (Systemic Innovation in Education, van Brouwer en In ’t Veld, 2018): exploratie (zelf), betrokkenheid (samen), design (zelf) en realisatie (samen).
Voorbeelden van projecten: verbetering studiesucces eerstejaars, ontwerpen interdisciplinaire opleiding, ontwerpen consistent toetsgebouw, ontwikkelen bachelor-leerlijn, enz.
Je wordt begeleid door de docentopleider van het VU Centre for Teaching & Learning. Daarnaast krijg je feedback van je tutor.
Voor wie?
Het programma is bedoeld voor UD’s, UHD’s en hoogleraren die opvallen binnen de opleiding door hun inzet en toewijding aan het onderwijs. Zij kijken daarbij verder dan de eigen cursussen en het eigen vakgebied en zijn de voortrekkers in vakoverstijgende projecten of onderwijsvernieuwing. Daarbij weten zij collega’s mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen. Deze docenten innoveren samen met collega’s het academisch onderwijs en zorgen voor inbedding hiervan in het opleidingsprogramma, zodat de opleidingseindtermen worden gerealiseerd.
In de indeling volgens het Onderwijsraamwerk van de VU is de SKO bestemd voor medewerkers van ACTA, VU en VUmc, in de UFO-profielen docent 1 en 2, UD, UHD en HL. Dit betreft medewerkers die een of meer van de onderstaande rollen, posities en/of functies (gaan) vervullen in het universitair onderwijs:
- coördinator van een groter samenhangend geheel van onderwijsonderdelen (bijvoorbeeld een jaar- of trackcoördinator)
- lid of voorzitter van opleidings- of curriculumcommissie
- voorzitter van de toetscommissie
- onderwijs- of opleidingsdirecteur
Ook kan het medewerkers betreffen die zich speciaal toeleggen op het gedegen voorbereiden en invoeren van verbetering van het curriculum.
Het SKO-programma van de Vrije Universiteit van Amsterdam kan gevolgd worden door senior docenten van andere universiteiten die aan bovenstaande beschrijving voldoen.
Doel
Het doel van het SKO-programma is docenten met een onderwijskundige spilfunctie binnen de opleidingen te ondersteunen in de uitvoering van een curriculumontwikkeling. Het programma bedient hiermee zowel de deelnemer als de opleiding in de verdere professionele ontwikkeling en beoogt daarmee een impuls te geven aan de kwaliteit van het academisch onderwijs. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de docent vanaf de start van het programma verschillende rollen vervult op SKO-niveau:
- als curriculumontwikkelaar;
- als begeleider van (junior)docenten;
- als organisator van curriculumonderdelen en vernieuwing;
- als verbinder tussen medewerkers en afdelingen, en
- als onderwijskundig visionair op onderwijskundige verbetering en -borging.
De inhoud en specifieke invulling van deze vijf rollen worden in dit figuur verhelderd.
Positionering SKO ten opzichte van de BKO en LOL
In het SKO-opleidingstraject wordt voortgebouwd op de kennis en vaardigheden waarover onderwijsgevenden beschikken die in het bezit zijn van de Basiskwalificatie onderwijs (BKO). Bij de BKO gaat het erom dat de docent academisch onderwijs ontwikkelt en dit zodanig uitvoert dat het leren van studenten optimaal wordt bevorderd. De SKO richt zich op senior docenten die een spilpositie op curriculumniveau vervullen in het onderwijs aan de VU.
Senior docenten zijn degenen die ― vanuit het midden van de onderwijsorganisatie ― niet zozeer de grote lijnen van het beleid uitzetten, maar verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke invulling en aansturing van het onderwijsbeleid. Zij verbinden de beleidslaag met de uitvoerende laag en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan de onderwijskwaliteit aan de VU. De LOL (Leergang Onderwijskundig Leiderschap) is bedoeld voor medewerkers die verkeren in de positie om invloed uit te oefenen op facultair niveau. Dat betekent dat zij verantwoordelijkheid dragen voor een opleiding of een groter geheel binnen een faculteit. Concreet gaat het om opleidingsdirecteuren, onderwijs-portefeuillehouders, afdelingshoofden of om docenten die naar zo´n positie kunnen toegroeien. De leergang bouwt voort op de SKO. Een SKO-kwalificatie of aantoonbaar functioneren op SKO-niveau vormt dan ook een van de toelatingsvoorwaarden voor het traject. Deelname vindt plaats op voordracht van de decaan van de faculteit. Meer informatie over dit traject vind je op de pagina van de LOL.