Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam naar drie hulpverleningsorganisaties, die tijdens de Covid-19 crisis veel digitale innovatie hebben gedaan in de zorg voor mensen in kwetsbare posities, zoals dakloze mensen. Deze digitale innovatie bestond vooral uit videobellen en online vergaderen.
De rol van de professional in e-health
Door de Covid-19 crisis werden bestaande werkroutines doorbroken en een nieuwe manier van werken ontdekt. De verschillen tussen de organisaties laten vooral zien dat de rol van de opvattingen over professionele identiteit belangrijk zijn. In welke mate past digitaal contact bij de opvattingen over wat een professional hoort te doen? De antwoorden daarop lopen uiteen en bepalen of mensen digitale hulpverlening slechts als iets tijdelijks of noodzakelijks zien, of als een nieuwe manier van werken voor sommige groepen cliënten.
Niet als bezuiniging beschouwen, maar als verbetering van zorg
Daarnaast blijkt een gedeelde visie op de innovatie van grote invloed. Een visie die gericht is op e-health als versterking van professionaliteit, kwaliteit van zorg en zelfregie van de cliënt kan een positieve invloed hebben op de acceptatie van digitale innovatie; dit in tegenstelling tot het zien van e-health als een noodzakelijk kwaad of zelfs als verkapte bezuiniging. Dit onderzoek laat ook zien dat champions, mensen die enthousiast zijn over een innovatie en dat willen uitdragen in de organisatie, een belangrijke rol hebben in het pionieren en uitdragen van nieuwe technologie en nieuwe manieren van werken.